Dé lokale en regionale nieuwssite

Beste bezoeker, Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.800, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Veel leesplezier! Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

24 juni 2022

Honderden droomhuwelijken met een knutsel


Meer dan 700 echtparen zijn door Ronald van Rijn (75) officieel getrouwd. Aanstaande vrijdag heeft deze Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand (BABS) zijn allerlaatste huwelijksinzegening. Na zestien jaar hangt Van Rijn zijn babstoga aan de wilgen.

Joep Derksen

Wat bezielt iemand om BABS te worden? In 2006 kon Van Rijn gebruik maken van een vertrekregeling bij een onderwijsadviesdienst. Na een maand met de benen op tafel gezeten te hebben, zag Van Rijn een advertentie in de krant, dat de gemeente Alphen aan den Rijn een BABS zocht. “Van de term ‘BABS’ had ik nog nooit gehoord. Maar de eisen waren, dat je voor een groep kunt praten, met mensen kunt omgaan en kunt improviseren. Dat was een groot deel van mijn leven precies mijn werk.”

Van Rijn versloeg zestien kandidaten: “Ze wilden ook graag een man, omdat er veel meer vrouwen dan mannen zijn, die de BABS-functie uitoefenen.” Maar natuurlijk werd Van Rijn ook aangenomen vanwege zijn kwaliteiten. Al die jaren nam hij zijn taken uiterst serieus. Maar ook zorgde hij ervoor, dat iedere huwelijksvoltrekking een speciaal en persoonlijk tintje had voor het bruidspaar. “Bij alle huwelijken had ik altijd iets bij mij, wat paste bij het bruidspaar. Dat waren knutsels, die ik gemaakt of gekocht had. Zoals een houten tulp met daarop de Nederlandse en Noorse vlaggen, voor een stel dat uit deze landen kwam.”

Van Rijn komt op deze ideeën tijdens het intakegesprek, dat hij voorafgaand aan de huwelijksvoltrekking voert met het trouwlustige stel. “Als ze bijvoorbeeld een verzameling Buddha’s hebben staan, neem ik een klein Buddhatje mee en kan ik mijn verhaal opbouwen rondom dit kleinood. En wanneer ik mensen uit Polen voor me heb, zorg ik er altijd voor, dat ik zout, brood en wodka bij me heb; dat is een gebruik, wat in Polen altijd wordt aangehouden.”

Maar ook zorgde Van Rijn voor twee kleine voetbalpoppetjes voor twee dames, die elkaar met het voetballen hebben leren kennen en deze maand hun ja-woord gaven. Hij lacht: “Opvallend is wel, dat als ik later een echtpaar tegenkom, die ik getrouwd heb, zij altijd wat weten te melden over dit knutsel en waar in hun huis dat staat. Maar wat ik gezegd heb, wordt nooit onthouden!”

Heterohuwelijk en homohuwelijken; Van Rijn voerde ze allemaal zonder enig probleem uit. En wanneer een Surinaams stel een uur te laat op komt dagen voor hun eigen huwelijksvoltrekking, is dat voor Van Rijn ook geen probleem. “Ik heb toch alle tijd en als goede BABS moet je kunnen improviseren. Ieder huwelijk is uniek. Het allerleukste huwelijk, dat ik mocht voltrekken, was natuurlijk het ja-woord van mijn eigen zoon!”

Hij tipt voor zijn opvolger: “Een BABS moet zich heel goed inleven in de situatie van het stel. Wat ze leuk vinden en op prijst stellen om verteld te hebben. Ze hebben je niet voor niets gekozen uit de lijst BABSen, die bij de gemeente Alphen aangesloten zijn. En je moet ook kunnen inschatten, wat ze op prijs stellen. Daarom houd ik nooit lange verhalen. Ik heb ook nog nooit gevraagd aan het stel of ze elkaar wel aardig vinden of van elkaar houden. Dat zal namelijk wel; anders ga je niet trouwen.”

Voor de laatste keer blikt Van Rijn terug: “Drie keer heb ik een huwelijk in de gevangenis gesloten. Maar ook enkele ‘terminale huwelijken’, waarbij het duidelijk was, dat één van de partners snel zou komen te overlijden. Wanneer iemand dan twee dagen na de ceremonie daadwerkelijk overlijdt, grijpt je dat wel aan.”

Zal Van Rijn het BABSen niet gaan missen? “Aan de ene kant wel, maar niet dat ze op mijn 80ste gaan zeggen: ‘Daar heb je hem weer’. Vrijdag sluit ik mijn 707de huwelijk af. Dat is een stel, dat elkaar via het Wordfeuden heeft leren kennen; online scrabbelen dus. Vandaar dat ze het knutsel ‘Liefde’ in scrabbleletters van mij krijgen.” Heeft dit werk uw leven ook verrijkt? “Jazeker; ik heb dit met ontzettend veel plezier gedaan. Het is vrijwilligers werk met een kleine vergoeding, maar daar heb ik het nooit voor gedaan. Ik heb dankzij het BABSen de stad en heel veel mensen leren kennen.”

“Ik groef mijn eigen graf”

Op vrijdag 24 juni komen de veteranen uit de gemeente Nieuwkoop in het gemeentehuis in Nieuwveen bijeen om daar Veteranendag te vieren. De Nieuwkoopse Veteranendag is een manier van de gemeente om waardering en dankbaarheid te tonen aan de mannen en vrouwen, die hun leven in de waagschaal gezet hebben, om anderen te helpen. Dit jaar is er een bijzondere spreker: Edwin de Wolf, die tijdens een uitzending zwaargewond raakte. Hij overkwam fysieke en mentale problemen en zet zich nu in om andere veteranen te helpen.

Joep Derksen

De Wolf groeide op in een militaire familie. Zijn opa vocht in de tweede wereldoorlog en zijn vader was beroepsmilitair. “Ik wist op jonge leeftijd al, dat ik Beroepsofficier bij de Landmacht wilde worden en begon in 1990 met mijn opleiding voor Beroepsonderofficier.” Na een eerste plaatsing bij een pantserdivisie in Ermelo en het behalen van zijn rode baret werd De Wolf in 1994 uitgezonden naar het voormalige Joegoslavië. Als onderdeel van Dutchbat II hielp hij om de omgeving rond Srebrenica veilig te houden en was hij een van de leidinggevenden.

Daar sloeg het noodlot toe. Tijdens een patrouille komt De Wolf in aanraking met een mijn. De daaropvolgende ontploffing verpulveren een groot deel van zijn been en bloed spuit uit zijn bovenarm. “Waar mijn been hoorde te zitten, was alleen nog een klomp vlees. Ik was blind en doof.” Hij schreeuwde het uit van de pijn en dreigde ter plekke te sterven. “De mannen van mijn patrouille hebben ervoor gezorgd, dat ik niet overleed. Zij deden precies de handelingen, waar ik hen voor had getraind als leidinggevende. Het is hun werk dat ik leef, maar het was mijn werk dat ik die mannen opleidde om de juiste dingen te doen.”

Het herstel was een heftig en heel eenzaam traject. De revalidatie nam met vier maanden nog de minste tijd in beslag. Maar onvermijdelijk kwam het moment, dat De Wolf de realiteit onder ogen moest komen. “Voor mijn gevoel stond de tijd stil; ik was een man van 24 en in de bloei van mijn leven. Maar ik kwam met een half been terug in Nederland. De mentale revalidatie heb ik onderschat. Ik kon lastig met de nieuwe realiteit omgaan. Ik wilde mijn problemen zelf oplossen en dacht, dat niemand het zou begrijpen. Maar niets was minder waar. Ik verdronk me in mijn eigen verdriet en groef mijn eigen graf.”

Uiteindelijk ging hij toch het hulpverleningstraject in. De doorbraak was de avond, dat De Wolf na het nuttigen van één biertje helemaal emotioneel werd. Zijn toenmalige compagniescommandant gaf daarop aan: “Ed, het wordt tijd dat jij de hulpverlening in gaat.” De Wolf: “Ik heb dat traject omarmd en keihard aan mezelf gaan werken. Het meest belangrijke dat ik geleerd heb is dat alles wat je wilt doen, begint met de eerste stap die je zelf moet zetten. Die eerste stap leidt tot jouw nieuwe toekomst. Ik heb mezelf beloofd, dat ik blij moet zijn, dat ik er ben en dat ik alles uit mijn leven wil halen binnen de mogelijkheden van mijn beperking.”

De Wolf voltooide hierop de HBO opleiding Beleid en Management en ontdekte zijn passie voor het racefietsen. Tijdens de Invictus Games van 2017 behaalde hij zelfs de gouden medaille. Maar waar De Wolf de meeste voldoening uit haalt, zijn de presentaties die hij geeft. “Ik vertel mijn levensverhaal en hoop, dat dit zorgt voor een stukje herkenning bij andere veteranen. Als er ook maar één veteraan is, die zich tijdens zo’n presentatie wat minder voelt en door mijn verhaal geïnspireerd wordt, ben ik al blij. Ik wil bereiken, dat de ogen van deze veteranen geopend worden, zodat ze zelf hun eerste stap naar voren durven zetten. Voor ieder mens geldt: je hebt altijd een keuze.”

Was het mijnongeluk een ‘blessing in disguise’, een verborgen zegen? “Diep in mijn hart was ik liever gewoon een valide man. Ik zou liegen als het niet zou zijn. Maar in het verleden blijven hangen lost niets op. Ik geniet van het feit dat ik er ben en bijzondere dingen mag doen. Lezingen zijn nooit mijn primaire doel geweest. Het is me overkomen en het maakt me blij als ik bij elke lezing, ook al is het maar één iemand, kan raken met mijn verhaal. Zodat deze persoon, die met zichzelf in de knoop zit, een draai in de goede richting kan vinden, anders naar zijn eigen situatie kan kijken en uiteindelijk ook weer vooruit kan.”

De Wolf schreef het boek ‘Kampioen op één been. www.edwindewolf.nl

01 juni 2022

Revolutie in de pianola’s

RIJNSBURG/LEIDEN – Dankzij twee visionairs komen wordt de zelf spelende piano uit begin 1900 weer nieuw leven ingeblazen. Op zaterdag 4 juni kun je bij de Rijnsburgs Klassiek in de Burgt in Rijnsburg uitvoeringen horen van Grieg, Rachmaninov en Leschetizky, zoals deze componisten ze zelf hebben gespeeld.

JOEP DERKSEN

Koos van Kruistum (59) en Marcel Veel (65) hebben elkaar gevonden in hun liefde voor de pianola-muziek. In het bedrijfspand van Marcel hangen tientallen portretten van reeds lang vergeten componisten en pianisten. Virtuozen met vaak grote klasse, gelijkwaardig aan hun beroemde tijdgenoten echter vaak toch na hun overlijden in de vergetelheid geraakt. Marcel: “Vera Timanova bijvoorbeeld, was een fenomeen. Zij speelde de Eerste Hongaarse Rapsody van Frans Liszt, zoals ze die van Liszt zelf had geleerd. Haar uitvoering is de mooiste ooit, maar vrijwel niemand in deze tijd heeft deze gehoord. Dankzij de pianolarollen, die bewaard zijn gebleven en afgespeeld kunnen worden op een reproductiepiano (pianola), komt haar muziek weer tot leven.”

Marcel en Koos zijn betrokken bij Euterpe Rolls VOF, een initiatief om rollen digitaal vast te leggen en weer te kunnen vervaardigen. Tijdens het interview tonen ze de prachtige pianola’s van wel honderd jaar oud. Zij laten ook het ingenieuze systeem zien, waarmee deze pianola’s zelf kunnen spelen, zonder de hulp van een toetsenist. Koos is op het gebied van electronica onderlegd: “Ik ben pianola’s heel erg gaan waarderen. Het is bijna niet te begrijpen dat ze deze muziekinstrumenten honderd jaar geleden konden maken, met alleen hout, koper, lucht en leer. En dat zonder computers! Moderne pianola’s werken met elektromagneten. Ze doen het minder goed en zijn lastiger om onder controle te houden, dan de originele pianola’s.”

Revolutie

Het systeem van een pianola wordt wel eens vergeleken met dat van een draaiorgel. Ook daaruit komt muziek, gebaseerd op ‘voorgeprogrammeerde’ muziekrollen. Maar daarmee houdt iedere vergelijking op, dat wordt duidelijk zodra Koos en Marcel één van hun muziekrollen afspelen in een pianola. Waar een draaiorgel enkel koude klankmuziek kan produceren, is bij de pianola een prachtig muzikaal optreden te horen. Veel van die muziekstukken werden meer dan honderd jaar geleden geschreven, belandden daarna in de vergetelheid, maar worden door Koos en Marcel weer tot leven gebracht.

Door middel van een bijzonder procedé, het transcoderen van muziekrollen, hebben zij ervoor gezorgd, dat oude muziekrollen kunnen worden hersteld en zelfs dat modernere muziek te beluisteren is op de eeuwoude pianola’s. Als voorbeeld spelen de beide mannen een rol met jazz-muziek af. Deze jazz-muziek is uiteraard gemaakt nadat de laatste Welte pianola in 1932 was geproduceerd. “Wij zijn de eersten in de wereld sinds 1932, die een nieuwe Welterol hebben gemaakt!” Met vervaardigde software die de Welte-‘code’ weer kan produceren, kunnen ze nu nieuwe rollen maken voor de oude reproductiepiano.

De inwoners van Rijnsburg (en andere plaatsen) kunnen zaterdag 4 juni getuige zijn van een bijzondere gebeurtenis. Tijdens de Rijnsburgs Klassiek zijn muzikale uitvoeringen te horen van beroemde componisten als Grieg, Leschetizky en Rachmaninov. Niet door een hedendaags gezelschap, die er mogelijk haar eigen draai aan heeft gegeven, maar juist op de muzikale manier, zoals de componist de muziek eigenlijk bedoeld had.

Testbank

Met de komst van Marc van der Marel, inmiddels een bekende van Rijnsburgs Klassiek Zijn Koos en Marcel erg verguld. “Wat we heel graag willen, is dat Mark van der Marel een pianostuk speelt op de 100 jaar oude reproductiepiano. En dat hij van tevoren bij ons een minibestand inlevert van dat pianostuk. Daar maken wij een rol van. Daarna leggen we de rol op de testbank. We laten we het stuk met onze rol op de pianola spelen. Het publiek kan dan horen, hoe indrukwekkend precies de techniek van toen is. En zo ervaar je, dat de reproductiepiano écht klinkt, en de oude muziekrollen een directe opname is van de componisten/pianisten uit het verleden.

Over het belang van hun vinding voor de pianolawereld, geven de beide gepassioneerde mannen aan. Marcel: “Dit is een aardverschuiving in de wereld van pianola’s. Wij blazen de pianowereld nieuw leven in en zetten de pianowereld toch wel een beetje op zijn kop.” Hij vult aan: “Wij maken muziekrollen uit andere systemen, zoals bijvoorbeeld hoe Rachmaninov deze speelde. Toen we zijn muziek voor het eerst beluisterden met een door Koos getranscodeerde rol, moesten we gaan zitten. Het is overweldigend, wat die man produceerde; zijn muziek is één brok emotie.”

Op hun website www.euterperolls.com kan iedereen luisteren naar de 560 muziekrollen van tientallen (ooit) beroemde muzikale componisten. De ‘live’ uitvoering van Euterpe Rolls VOF vindt plaats op 4 juni tijdens de Rijnsburgs Klassiek in de Burgt in Rijnsburg (toegang is gratis). Genoten kan dan worden van muziek van Edvard Grieg, Theodor Leschetizky, Anton Rubinstein en Sergei Rachmaninoff.

Zelf werken aan jouw eigen herstel

Minder patiënten bij de huisarts door positieve gezondheid

Het leven is ruk. Je man is weg, je zit in de schulden. Jouw kinderen praten niet meer met jou en al maanden heb je last van jouw arm. Wat moet je doen om dit allemaal te veranderen? Een pilletje van de dokter lost dit niet op, maar er is een nieuwe ontwikkeling in de medische en zorgwereld: ‘positieve gezondheid’.

Positieve gezondheid is in Nederland enkele jaren geleden bedacht door voormalig huisarts Machteld Huber, die zelf meerdere keren ziek is geweest. Sinds 2019 hebben al tientallen hulpverleners in Kaag en Braassem een cursus ‘positieve gezondheid’ gekregen. Een zaal vol met zorgverleners, zoals huisartsen, wijkverpleging, GGD en paramedici, werd maandagavond meegenomen in deze vernieuwende manier van zorg verlenen. Met ‘positieve gezondheid’ gaat het er niet om, dat iemand door het gebruik van een paar trucjes de rest van haar leven elke dag vrolijk en gezond is. “Het gaat om de veerkracht, die in ieder mens zit”, vertelt Karin van Ruiten, directeur van het Institute voor Positive Health. Hoe werkt dat? In plaats van je te richten op de klachten, kun je beter gaan kijken naar wat je wél kan en waar je energie van krijgt. Hulpverleners uit de zorgsector kunnen hun patiënten en cliënten daarbij ondersteunen, zo was de boodschap. Wie een beetje in de piepzak zit, kan zelf werken aan haar of zijn herstel.

Er is vooral bij jongeren sprake van enorme emoties en een hoge prestatiedruk

Belangrijk is natuurlijk om met de basis te beginnen; gezond eten, goed slapen, lekker bewegen en je mentaal goed voelen, zo kregen de ruim honderd aanwezigen van Van Ruiten te horen. Maar daarnaast ga je ook dingen doen, waar je zelf een goed gevoel van krijgt. Haar filosofie wordt omarmd door beroemde sportfiguren, zoals de schaatser Karl Verheijen en Olympisch zwemkampioen Maarten van der Weijden. Vaak wordt in de gezondheidszorg alleen naar de ziekte gekeken. Fysieke klachten zijn echter vaak niet de oorzaak, maar juist het gevolg van wat er mis is in het lichaam, bevestigt huisarts Willem van der Linden van Huisartsenpraktijk De Linde: “Je kunt stress of zorgen hebben. Wanneer je er niet uit komt, kunnen klachten als hoofdpijn of buikpijn hieruit voortvloeien.” Van Ruiten beaamt: “Er is vooral bij jongeren sprake van enorme emoties en een hoge prestatiedruk. Die psychische druk uit zich regelmatig in fysieke klachten.”

Treinkaartje

Iedere deelnemer ontving deze avond bij binnenkomst een treinkaartje, dat het pad naar herstel moet voorstellen. Van Ruiten vertelt hierover: “Praat niet met de mensen over hun aandoening of wat er mis is. Maar heb het juist over zaken waar ze blij van worden. Zodat je hen kunt helpen om zingeving te ervaren. We noemen dat ‘meeningfulness’.  Iedereen gaat met de trein op weg naar de eigen droombestemming. Bekijk dan, wat jou geïnspireerd heeft om die reis te beginnen, wie er met jou meereist op weg naar jouw droom. En wanneer je dan jouw eindbestemming bereikt, zorgt dat voor spetterend veel energie!”

Is ‘positieve gezondheid’ niet eigenlijk een verkapte manier om geld te besparen? Cora Vermeulen, voorzitter van het Wijksamenwerkingsverband Kaag en Braassem Samen Gezond, “Het is geen verkapte manier, maar juist een openlijke manier om te zorgen dat mensen niet meer bij ons komen met buikpijn, die ze niet kunnen begrijpen en wij vaak ook niet. Wij helpen ze om zelf met oplossingen te komen om te werken aan hun eigen herstel. De gesprekken zijn ontzettend belangrijk; we worden er niet goedkoper mee, maar mensen gaan in hun eigen zelfstandigheid hun problemen aanpakken. Wanneer jou dat niet lukt, is er nog altijd een hele bak aan professionals, die je daarbij kunnen helpen.”

Van der Linden past ‘positieve gezondheid’ al jaren toe in zijn werk. “We moeten altijd naar de mensen en hun achtergrond kijken. En ze niet beschouwen als patiënten met een klacht of gebrek. Het zou goed zijn als nog meer zorgverlenende instanties dat ook doen”. De huisarts merkt, dat het werken met positieve gezondheid ook goede resultaten oplevert in Kaag en Braassem. “Ik zie patiënten niet meer terug; dat is de kracht van positieve gezondheid. Mensen komen zelf met hun eigen oplossingen, werken daar aan en als ze zich daarna beter voelen, weten ze: ‘Hé, dat komt door mijzelf!’”

Dierenasiel heeft deuren gesloten

Zwervende katten en honden worden niet meer opgevangen in Alphen. Voortaan moeten deze dieren vervoerd worden naar Gouda.

Eigenaar Richard Buitendijk van Dierenasiel Alphen aan den Rijn aan het Rietveldsepad verzorgt samen met zijn vrijwilligers al tien jaar de opvang van alle zwerfhonden en -katten. Maar hij heeft het helemaal gehad met de Dierenbescherming, zo geeft hij aan. “We zijn hun onderaannemer, maar ik heb het contract opgezegd. We zitten niet op dezelfde lijn, qua communicatie; er was namelijk geen communicatie.” Eigenlijk zou het Dierenasiel op 1 juni dichtgaan, maar Richard trok al in mei de stekker eruit. De laatste kat en hond, die nog in het Dierenasiel verbleven, zijn al naar de evenknie in Gouda gegaan.”

Hij licht toe: “In het begin ging het best redelijk, maar door de COVID is het minder geworden. De Dierenbescherming heeft een andere denkwijze dan wij in Alphen aan den Rijn. Wij lossen hier het kittenprobleem op. Mijn asiel zat vol met soms wel veertig kittens. De Dierenbescherming wil alleen inzetten op het chippen en registreren van katten, maar om teveel kittens te voorkomen zetten kastraties en sterilisaties meer zoden aan de dijk.”

Hier komt bij, dat er ook al langere tijd steeds minder zwerfkatten binnen kwamen. Inmiddels is Richard de reden hiervoor duidelijk geworden. Een andere organisatie in Alphen aan den Rijn haalt zwerfkatjes van de straat. “Ze schieten ons onder de kleiduiven. Bepaalde diensten heeft de Dierenbescherming uitbesteed. De dierenambulance zou de dieren in principe bij ons moeten brengen, maar al sinds november vorig jaar hebben we geen nieuwe aanwas meer gekregen in het asiel.”

Het doet hem toch wel pijn om het Dierenasiel te sluiten. De afgelopen tien jaar heeft zijn organisatie ruim 1500 katten en enkele tientallen honden een nieuw gezin en dus een nieuw leven gegeven. “We steriliseerden, chipten en herplaatsten deze dieren. Het was heel leuk om te doen, samen met de vrijwilligers. Het is zo fijn om te zien hoe een dier een nieuw onderkomen krijgen. Honden plaatsen is best lastig. Als je dan foto’s ontvangt, waarbij die hond relaxed op een bank ligt; daar doe je het voor!”

Binnenkort verkoopt Richard (50) ook zijn ‘Hoeve Beestenspul’. “Ik heb een respectabele leeftijd bereikt. Dan ga je nadenken over wat je nog meer gaat doen. Blijf ik dit doen tot mijn 67ste of is nu het moment om toch wat anders te gaan doen? Ik wil de hele toko verkopen. Misschien ga ik me bezig houden met een leuke hobby, zoals moestuinieren.”

Het sluiten van het Dierenasiel in Alphen heeft ook geleid tot politieke vragen. Gemeenteraadslid Blom (Nieuw Elan) maakt zich zorgen. “De gemeente heeft de wettelijke plicht om dieren op te vangen. Het vervoeren van dieren naar Goude kost extra tijd én geld van de dierenambulance. De rit naar Gouda kan voor noodlijdende dieren fataal worden.” Namens het college van burgemeester en wethouder laat burgemeester Spies weten dat alle zwerfhonden en -katten voortaan gebracht worden naar een dierenasiel in Gouda. “Er is op dit moment voldoende regionale dekking voor de opvang van dieren. Overigens ziet de Dierenbescherming (landelijk) zelfs een terugloop van het aantal zwerfdieren.” Dit levert volgens Spies geen extra risico op voor de dieren. “De aanrijdtijd van de ambulancepost van de Dierenambulance naar de opvanglocatie in Gouda is slechts een kwartier langer dan de aanrijdtijd naar Hoeve Beestenspul. Dit is ruim binnen de maximale aanrijdtijd van 45 minuten die de Dierenbescherming aanhoudt.”

Rond de Rode Polder

OUD ADE – De aankomende sloop van een honderd jaar oud gebouw leidde tot een boek over de geschiedenis van toonaangevende families uit Oud Ade. Historicus Roen van der Geest publiceerde onlangs zijn schrijversdebuut ‘Rond de Rode Polder’: met een overzicht van allerlei gebeurtenissen, die de afgelopen eeuw in Oud Ade hebben plaatsgevonden. Tussendoor kwam Van der Geest ook meer over zijn familie te weten.

Joep Derksen

Het historische huis aan de Leidseweg 15 werd tot enkele jaren geleden nog bewoond door een oom van Van der Geest. Nadat het leeg kwam te staan, besefte voormalig geschiedenisdocent Van der Geest dat het moment was gekomen om ‘nu of nooit’ meer informatie te vinden over de geschiedenis van zijn eigen familie. Nog slechts enkele familieleden van de generatie voor hem waren in leven. De gesprekken leverden een nieuw inzicht op over Oud Ade, de bewoners van de Rode Polder en de interpersoonlijke relaties.

“Eigenlijk ontstond de idee voor dit boek uit een spijtgevoel”, begint Van der Geest. “Mijn vader overleed in 2004 en ik had hem nooit écht gevraagd wat hij in de oorlog had gedaan. Er werd wel eens over gesproken, dat hij lid was van de Binnenlandse Strijdkrachten, maar ik wilde er meer van weten. Hij praatte daar nooit zelf over. Er waren ook andere verhalen uit het dorp en ik wilde weten, wat er waar was van de verhalen.”

“Nadat mijn vrijgezelle oom vertrok uit het huis aan de Leidseweg 15, was duidelijk dat dit gebouw, dat in 1915 door mijn opa Chris ‘de Mop’ van der Geest gebouwd is, zou verdwijnen. Ik wilde kijken wat ik te weten zou komen van de bewoners van het huis. Waaronder ikzelf; ik heb er een jaar als student gewoond. In 2020 leefden nog drie kinderen van mijn opa. Vooral van de verhalen van tante Alie (92), met een enorm beeldend geheugen, heb ik gebruik van gemaakt. Veel van haar verhalen zijn opgenomen in dit boek.”

Maar in hoeverre is, wat iemand zich herinnert ook een weergave van de gebeurtenissen? “Natuurlijk is het mogelijk, dat het niet de complete waarheid is, maar ik heb ook generatiegenoten van haar gesproken, waarbij bleek dat de herinneringen grotendeels overeen kwamen.” Van der Geest beschouwt zijn boek ook niet als een absolute en feitelijke weergave van de geschiedenis van Oud Ade. De 148 pagina’s met kleurrijke foto’s beschrijven de honderdjarige geschiedenis van een familiehuis, haar bewoners en de interpersoonlijke relaties met de buren, zoals de families Van der Hulst, Van der Poel, Van Leeuwen, Wisse en Van der Heden.

In het boek wordt duidelijk, dat opa Chris zijn hele leven lang geploeterd heeft om zijn elf kinderen een beter bestaan te geven. Hij verdiende het brood voor zijn gezin met zeven koeien en een tuinderij, waar hij op koude grond tuinbonen, aardappelen en bloemen teelde. “Dat leven heb ik ook in beeld willen brengen; het leven van een kleine boer met een gemengd bedrijfje in de twintigste eeuw.”

Van der Geest zelf is nu 70 jaar. Is de realisatie van dit boek ook een uitkomst van de vrees, dat er na zijn overlijden nog iets tastbaars van hem achterblijft? Hij beaamt dit. “Wanneer ik er niet meer ben, blijft dit boek van mij achter. Dit boek is tot stand gekomen als gezamenlijk resultaat van de familieleden en de dorpsgenoten in Oud Ade. Het is niet alleen geschreven voor mijn kinderen, maar ook de kinderen van mijn tantes en ooms en de generaties hierna. Misschien is er maar één persoon, die over dertig jaar dit boek met interesse leest. Maar dan ben ik al tevreden.”

Gepassioneerd bladert Van der Geest door naar pagina 57 en toont een foto van acht leden van de Binnenlandse Strijdkrachten, bij restaurant ’t Kompas op Kaageiland. “De derde man van links is mijn vader. Toen ik deze foto vond in het archief van Oud Alkemade, stond ik te juichen. Eindelijk had ik het bewijs, dat mijn vader inderdaad lid geweest was van de Binnenlandse Strijdkrachten. Met deze foto verdween mijn onderliggende spijt, dat ik nooit bij mijn vader heb doorgevraagd over zijn activiteiten in de tweede wereldoorlog. Deze foto alleen al maakt het hele onderzoek voor dit boek de moeite waard.”

Het boek ‘Rond de Rode Polder’ is verkrijgbaar bij boekhandel Veenerick in Roelofarendsveen.