‘Criminaliteitsbestrijding geen primaire gemeentelijke taak’

LISSE – ‘We betalen niet mee aan de oprichting van de Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC)’. Dit besluit legt het college van burgemeester en wethouders op donderdag 18 juni voor aan de leden van de gemeenteraad. Formeel wil het college niet instemmen met dit bedrag van 4.906 euro (22.300 inwoners x 0,22 euro) omdat de Programmabegroting 2010 voor de Regionale Brandweer Hollands-Midden, waar de RIEC onderdeel van uitmaakt, te laat is binnengekomen.

Het college gaf namelijk op 19 maart van dit jaar haar ramingen aan voor de kosten van de brandweer. Na deze datum is op 28 april alsnog een begroting ingediend, waarin de niet voorziene verhoging van 0,22 euro per inwoner ten behoeve van de RIEC was opgenomen. Het college stelt hierover: ‘Gezien het tijdstip van verzending van de begroting is het met betrekking tot deze voorgestelde verhoging voor de gemeenteraad niet mogelijk om tijdig zienswijzen in te dienen.’

Uit de ambtelijke stukken blijkt dat Lisse überhaupt niet zo blij is met het meebetalen aan de RIEC: ‘Het RIEC beoogt een gecoördineerde aanpak van de criminaliteitsbestrijding. In verband met de spilfunctie van de politie binnen het RIEC stellen de korpsen Haaglanden en Hollands Midden menskracht beschikbaar om samen met een projectleider deze nieuwe voorziening te realiseren. Ten aanzien van de betaling van de kosten is sprake van gezamenlijke financiering.'

'Het Ministerie van Binnenlandse Zaken stelt voor een periode van vier jaar bedragen beschikbaar oplopend van 150.000 euro in 2008 tot 500.000 euro in 2011. De overige kosten worden verdeeld tussen Politie Haaglanden/Hollands Midden (20%), het Openbaar Ministerie (10%), de Belastingdienst (10%), de Provincie (5%) en de gemeenten (55%). Een aantal kleinere gemeenten heeft aangegeven dat criminaliteitsbestrijding voor hen geen primaire gemeentelijke taak is. Ook voor Lisse is deze zienswijze verdedigbaar. Voorgesteld wordt dat Lisse niet instemt met de extra bijdrage van 0,22 euro voor het RIEC.’