Stek wil trouwe huurders belonen

LISSE – De presentatie van het eerste ondernemingsplan van Stek kon tijdens de vergadering van de Seniorenraad op maandag 28 juni rekenen op flink wat kritische vragen. Anneke Allewijn, beleidsmedewerker van Stek, probeerde deze vragen en opmerkingen zo goed als mogelijk te beantwoorden.

De beleidsmedewerker liet weten dat Stek ‘vernieuwend bezig wil zijn, maar niet altijd voorop wil lopen. We gaan voor kwaliteit, maatwerk en keuzevrijheid. We willen nog meer huurwoningen in de Bollenstreek en tevens willen we onze trouwe huurders belonen. We gaan echter eerst onderzoeken wat een trouwe huurder is: meten we dat naar het aantal jaren dat iemand een woning huurt of hoe trouw die persoon iedere maand de huur betaalt? Trouwe huurders krijgen kortingsbonnen en eventueel een nieuwe keuken na 25 jaar.’

Stek introduceert tevens de website www.mijnstek.nl, waar de Stek-clienten informatie over hun eigen dossier kunnen terugvinden. Om prettige buurten te krijgen zet Stek in op het bestrijden van woonfraude, meer bewonerscommissies en het bestrijden van overlast. Commissielid Johan van Zoest wilde weten: ‘Alle jaarplannen uit het verleden zijn weggepoetst. U praat alleen en er komt niets van terecht. U had al in 2007 bezig moeten zijn in de Poelpolder, maar met alle mooie plannen gebeurt niets.’ Allewijn: ‘We hebben die jaarplannen nog steeds liggen, maar een aantal zaken is wel vertraagd. Dat ligt niet alleen aan Stek, maar ook aan de partners als gemeente, zorginstellingen en onze huurdersvereniging. Er gebeuren dingen die wij niet willen. Stek deelt uw teleurstelling, maar een bouwproject vraagt tijd.

Commissielid Hans Hoogkamer vroeg: ‘Hoe zit het met die mensen die een prachtig salaris hebben en al jaren in een goedkope huurwoning blijven wonen?’ Allewijn: ‘Als je in een huis woont, wat beter is dan een ander huis, dan moet de prijs navenanter (hoger, JD) worden. Dat niet iedereen doorstroomt van een goedkope huurwoning naar een duurdere woning, is niet erg. Het is wel goed om een paar kapitaalkrachtige mensen in de wijk te hebben. Dat geeft een impuls aan de buurt.’