WOUBRUGGE – Wanneer je jezelf veertig jaar lang inzet voor anderen, ben
je geen vrijwilliger maar een vrijwillig-ster. Op een hoogbejaarde leeftijd van
89 jaar verzorgt Sien Kinkel nog altijd de tweewekelijkse bingomiddagen bij
Woudsoord. En dat terwijl ze een bloedhekel aan spelletjes heeft! Maar haar
enthousiasme heeft er nooit onder geleden en in de loop der jaren is ze bij
iedereen bekend komen te staan als ‘Bingo Sien’.
In 1973 vroeg de toenmalige
directrice van Woudsoord, ‘een ontzettend spelletjesmens’ of Kinkel wilde
helpen bij de bingo. ‘Ik had een ontzettende hekel aan spelletjes, maar die
mensen zitten in dat verzorgingstehuis en ik was gezond van lijf en leden.
Toentertijd deden we het met papiertjes en knoopjes en zonder prijzen. Dat is
allemaal beter geworden.’
Voor Kinkel is het
vrijwilligerswerk een tweede natuur geworden. Niet alleen verzorgt ze al vier
decennia de bingo, ook was ze bijna dertig jaar EHBO’er, twaalf jaar
vrijwilliger bij het Rode Kruis en verzorgde ze 37 jaar de collecte voor de
Hartstichting in Woubrugge en Hoogmade. Ze begon in 1950 met haar
vrijwilligerswerk en doet dit dus al bijna 65 jaar. Op hoge leeftijd geniet ze
nog altijd van het vrijwilligerswerk: ‘Het geeft mij voldoening. Toen ik 67
was, stierf mijn man De kinderen waren de deur uit en ik wilde meer doen dan
alleen maar thuis zitten. Bovendien waarderen de mensen wat ik doe en zelf heb
ik er ook plezier in.’
Kinkel is bij iedere bingo het
middelpunt. Zij heet de mensen welkom en roept de nummers (‘B 8!, O 74!’) met
een luide en duidelijk hoorbare stem. Aan ieder bingo-evenement doen zo’n
dertig mensen mee, vaak onder het genot van een borreltje. ‘Ik voel me een rijk
en gezegend mens dat ik andere ouderen en dementerenden kan helpen. Zelf ben ik
lichamelijk en geestelijk gezond. Hoe dat komt? Ik deed niets aan sport, maar
ben mijn hele leven druk bezig geweest met het huishouden, het opvoeden van
mijn kinderen en het vrijwilligerswerk.’
Aan
stoppen denkt ze nog lang niet. ‘Toen ik de bingomiddagen 25 jaar had gedaan, kwam
onze dorpsarts op bezoek. Hij vroeg of ik er mee kapte. Natuurlijk deed en doe
ik dat niet. Ik wil niet ophouden, omdat ik nog altijd gezond ben. Het kan
straks over wezen, maar het kan ook twintig jaar goed gaan. En mocht ik er niet
meer zijn, dan zal er een opvolgster zijn, want we organiseren de bingo met zes
dames.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home