Over de waarde van de kleine dingen
Mancave museum behoudt alle échte Voorhoutse spullen
VOORHOUT – Niet veel mensen weten het, maar in het
centrum van Voorhout is een piepklein museum. Bovenin het zoldergedeelte van de
schuur naast zijn huis heeft Cok van Steijn (67) zijn eigen ‘mancave museum’,
waarin allerlei waardevolle Voorhoutse historische pronkstukken staan van soms
wel honderden jaren oud.
JOEP DERKSEN
Van Steijn is een echte Voorhouter, weliswaar geboren in het
Elisabeth ziekenhuis, maar ,,Dit ziekenhuis kwam te staan op grond, dat was
afgegraven van de Voorhoutse duinen. Zo ben ik op Voorhoutse grond geboren en
dus een échte Voorhouter!’’ Wie bij hem door de voordeur naar binnen gaat,
krijgt direct prachtige schilderijen te zien van de Voorhoutse huizen waar Van
Steijn heeft gewoond. Voor het raam hangt een glas-in-lood met het Voorhoutse
wapen. Dit zijn ook de enige pronkstukken, die van zijn vrouw Nelleke in het
woonhuis mogen hangen, lacht het echtpaar.
Gezeten in de zeventig jaar oude stoel van toenmalig
burgemeester De Graaff, met het Voorhoutse wapen er nog in, toont hij twee kannetjes
uit de zestiende eeuw. Daarmee is zijn verzameldrift begonnen. ,,Ik vond ze als
kind bij een oude waterput die naast onze kwekerij Oosthout in de grond zat.
Joop Warmenhoven enthousiasmeerde mij indertijd om die waardevolle dingen te
zoeken en te behouden.’’
,,Dit mancave museum gaat louter over Voorhoutse dingen. Ik
vind ze op rommelmarkten, bij de kringloop of in de bakken van de gemeentewerf.
Ik ben altijd op zoek naar Voorhoutse spullen.’’ Hij toont een gele
reddingsboei met ‘gemeente Voorhout’ er op. Vol trots: ,,Deze vond ik in een
van de bakken van de gemeentewerf en kon ‘m meenemen.’’ Ook een wandkleed met
het Voorhoutse wapen er op, dat niet meer in het gemeentehuis van de gefuseerde
gemeente Teylingen mocht hangen, heeft nu een eervolle plaats in het mancave
museum van Van Steijn gekregen.
Voorhout wordt het Bokkendorp genoemd en haar inwoners zijn
‘Dwarsdrijvers’. Een bokbeeldje ontbreekt dan ook niet in het museum. ,,Het
gaat me ook om het bewaren van de waarheden en bijna-waarheden uit de
Voorhoutse geschiedenis’’, licht Van Steijn toe. Zo staat hier de spreuk van
Hans Kerkvliet ‘Beter dwarsdrijven, dan rechtop zinken’.
Heel trots is Van Steijn op een ander deel van zijn
collectie: 140 plankjes van gaasbakken, die door evenveel Voorhoutse
bollenkwekers zijn gebruikt. ,,In Voorhout hadden we niet veel grote kwekers,
maar het barstte er van de kleine kwekertjes. Het waren allemaal ploeteraars,
die Voorhout helpen opbouwen tot het geweldige dorp, dat het nu nog altijd is. Al
die gaasbakkenplankjes met de namen van die kwekers heb ik verzameld. De enige,
die ik nog mis, is een plankje van bollenkweker Karel van den Bent aan de
Engelselaan, dus mocht iemand ‘m nog hebben…’’
Als er ergens in het dorp een oud pand gesloopt wordt – en
dat is de laatste jaren nogal eens gebeurd – dan komt Van Steijn een kijkje
nemen. Zo is hij aan menig pronkstuk in zijn museum gekomen, zoals
straatnamenborden, maar ook vindt hij regelmatig tegeltjes en zelfs hele
schilderijen op de meest vreemde plekken. Één keer kwam zelfs het bord
‘Voorhout’ toevallig langsdrijven bij zijn voormalige huis, lacht Van Steijn.
Hij geniet van ‘zijn’ museum, waar hij regelmatig mensen
uitnodigt, die meedoen aan zijn dorpswandelingen. ,,Op zondagochtend ga ik hier
zitten en genieten. Ik heb een pick-up langspeelplaat en dan draai ik
regelmatig het Voorhoutse Volkslied. Dit volkslied ontroert me steeds weer.’’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home