Martine Benschop – Jansen zet zich in voor vrede en gerechtigheid in Soedan
Voorhout – Op een leeftijd dat veel mensen uitkijken naar hun pensionering, of al vele jaren al hun tijd besteden aan hobby’s en de dagelijkse beslommeringen, zet Martine Benschop – Jansen (64) zich in voor de Soedanese bevolking. Regelmatig reist ze naar Soedan om te helpen vrede en gerechtigheid te brengen in dit door oorlog verscheurde Afrikaanse land.
door Joep Derksen
In de jaren dat Martine nog een klein meisje was, kwam regelmatig een goede vriend van haar ouders op bezoek. Hij was missionaris in Oeganda en vertelde altijd spannende verhalen. “Zijn verhalen waren fantastisch en een genot om naar te luisteren”, zo vertelt Martine. “Ik denk dat daar mijn interesse voor Afrika is gewekt.”
Na haar studie niet-westerse sociologie aan de landbouwhogeschool in Wageningen, heeft de kwieke vrouw 30 jaar gewerkt voor Cebemo, een organisatie die in 2000 is opgegaan in Cordaid. In 2006 heeft ze afscheid genomen, maar het vuur brandde nog hevig in haar om bij te dragen aan de ontwikkelingen in Afrika. Daarom zette ze, samen met enkele anderen, haar eigen bedrijf op: Pace Consultants. “Ik wilde niet ophouden met werken en met mensen van mijn eigen leeftijd zetten we nu projecten op, die de leefomstandigheden van de mensen moeten verbeteren. We willen samen mensen begeleiden, stap voor stap, naar een betere toekomst.”
Gerechtigheid
Op dit moment wordt Martine ingehuurd door Stichting Vrede & Gerechtigheid Nederland (www.cjr.nl). Ze heeft zelf gekozen om voor deze organisatie naar Soedan te gaan, omdat haar grootste prioriteit is, dat ze met haar expertise daadwerkelijk kan bijdragen aan de lokale situatie. “Het gaat hierbij niet alleen om projecten voor betere waterkwaliteit of gezondheid, maar ook om het versterken van rechtsgelijkheid en versterkte organisaties. Soedan is een land met enorme problemen, maar ook immense mogelijkheden. Sinds twee jaar is er officieel vrede en met weinig capaciteit gebeurt er van alles om het land op te bouwen. Maar helaas zijn er ook problemen, bijvoorbeeld als het erom gaat dat veroorzakers van veel leed nog steeds niet ter verantwoording zijn geroepen. Samen met de lokale bevolking en de (religieuze) dorpsbestuurders wil ik komen tot een oplossing om de slachtoffers gerechtigheid te geven, maar dan wel op de manier zoals de Soedanezen het zelf willen. Een blanco amnestie werkt niet, want mensen moeten niet straffeloos rondlopen. Er moet plaats zijn voor genoegdoening voor slachtoffers. Dat moeten ze kunnen krijgen, want het is een essentieel onderdeel van het verzoeningsproces.”
Wanneer Martine in Soedan is, verblijft ze daar zo’n twee tot drie weken en praat dan met heel veel mensen. “Ik heb heel goede contacten met vrouwenactivisten in het Arabische noorden van het land. Dit zijn fantastisch moedige vrouwen, die kritisch zijn naar de overheid. Hen wil ik helpen door te luisteren, kritische vragen stellen, advies geven en het opzetten van plannen. Zeker als je bekijkt hoe sommige vrouwen worden behandeld, heb ik diep respect voor hen.”
Vertrouwen
Martine’s doelstelling is om de Soedanese bevolking weer te leren samenwerken en vertrouwen in elkaar te hebben. “Maar dat is een lang proces dat van binnenuit moet komen. In Soedan worden meer dan 300 talen gesproken en er zijn hele grote verschillen in cultuur. We zoeken naar een oplossing die past bij de situatie, wellicht door het opzetten van lokale tribunalen. In een alternatief voor totale amnestie, waarbij alle misdaden vergeven, maar niet vergeten worden, geloof ik niet.”
De 64-jarige vrouw concentreert haar werk op lokaal niveau en van daaruit geeft ze signalen af naar de nationale regering en de internationale organisaties. Soedan staat niet bekend als een veilig land, maar Martine heeft geen angst: “Ik ga nooit alleen op stap, omdat we altijd met lokale mensen samenwerken, is er constant iemand bij mij in de buurt die de plaatselijke situatie kent. Ik blijf ook altijd gewoon mezelf en probeer niet lokaal te zijn. Dat is flauwekul, want als buitenstaander kun je nooit een ‘lokalo’ worden: de mensen zien dat meteen.”
Wel past ze ervoor op om mensen tegen het verkeerde been te schoppen. Als ze een imam ontmoet, zal ze dus altijd een sjaal dragen, zodat ze die, indien noodzakelijk, op het hoofd kan dragen. Daarnaast is ze eraan gewend om niet iedere dag drie maaltijden te kunnen eten. “Ik eet met de mensen mee en dat kan betekenen dat je maar een of twee keer per dag wat binnen krijgt. Ook eet ik niet altijd mee. Ongewassen groentes bijvoorbeeld laat ik staan.”
Muggen
Veel mensen die actief zijn in Afrika bij het ondersteunen van de lokale bevolking raken opgebrand, maar Martine niet. Hoe kan dat? “Ik doe het al zo lang, dus ik ben de ontberingen gewend. Je moet soms acht tot tien uur in een oude Landrover zitten, in de Afrikaanse hitte met alle stof en de muggen die je constant lastig vallen. Dat is soms zwaar voor de mensen. Maar het mooie wat ik door de jaren heen meemaak, is dat ik de mensen zie groeien. Eerst kom je ze tegen in een assistentenbaantje en door de jaren heen ontwikkelen ze zich tot leidinggevenden en zelfs nationale politici. Dat is hartstikke leuk om te zien. De mensen zitten ook vol ideeën en zijn absoluut niet dom. Het is heel boeiend om samen te brainstormen en dat verveelt nooit.”
Hoe lang wil Martine nog doorgaan, is de vraag die toch gesteld moet worden. Daarin is ze duidelijk: “Ik ben betrokken bij de medemens, dat zit toch in het beestje. Als geboren Brabantse doe ik altijd dingen gezamenlijk. Zo lang als mijn gezondheid het toestaat en mijn collega’s me niet als last beschouwen, wil ik graag doorgaan. Ook zorg ik ervoor dat ik niet verstijf in mijn ideeën.”
Ze sluit af: “Mijn hartenwens is dat Soedan echte vrede zal meemaken, een harmonieuze samenleving waarin mensen elkaar kunnen vertrouwen en samen kunnen werken. Ik sprak met de jeugd in Soedan en een meisje verwoordde het als volgt: “Wij willen nu stappen ondernemen, zodat onze kinderen ooit vrede kunnen kennen.” Prachtiger kun je het toch niet zeggen?”
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home