“Goed dat er eens positieve aandacht is voor vluchtelingen”
STREEK – Woensdag 20 juni is het de dag van de vluchteling. Op deze dag worden mensen eraan herinnerd dat miljoenen mensen van huis en haard verdreven zijn door oorlog, geweld en natuurrampen. Een klein deel van deze vluchtelingen komt in Nederland terecht en wordt opgevangen en begeleidt door Stichting VluchtelingenWerk en Opvang Nieuwkomers Duin- en Bollenstreek Noord. Regiomanager Harry Wijnberg en vrijwilligster Mary Rosman vertellen over wat hen drijft om zich in te zetten voor de medemens die een compleet nieuw bestaan moet opbouwen.
door Joep Derksen
Rosman is geboren en getogen in Nieuw Zeeland en weet wat het is om een nieuw leven te beginnen in dit niet meer zo koude kikkerlandje. “Ik heb ook Nederlands moeten leren spreken en me moeten aanpassen aan de Nederlandse samenleving. Juist doordat ik dat heb meegemaakt, kan ik me ook goed inleven in de ander. Ik begeleid daarom gezinnen die in Lisse geplaatst worden. Zo leer ik hen bijvoorbeeld om te fietsen.” Rosman vindt het vrijwilligerswerk ‘heel rewarding’. “Ik kan zelf mijn tijd indelen met het helpen van de mensen en het is zeer dankbaar werk. De mensen zijn heel warm en dankbaar voor alles wat je doet. Ik krijg er dan ook heel veel voor terug.”
Over de dag van de vluchteling heeft Rosman geen speciale gevoelens: “Dat zegt mij persoonlijk niet zoveel. Het is wel goed dat er op een positieve manier aandacht wordt geschonken aan de vluchtelingenproblematiek. Je hoort wel veel negatieve dingen in zijn algemeenheid, maar op persoonlijk vlak zijn de mensen ontzettend aardig.” Wijnberg vult aan: “De dag van de vluchteling is überhaupt nauwelijks bekend binnen onze organisatie, want voor ons staat het hele jaar in het teken van de vluchteling. Iedere dag is de dag van de vluchteling.”
Uiterlijk
De vrijwilligster heeft wel een hartenwens, waar het de vluchtelingen aangaat: “Geef hen vanaf het begin duidelijkheid over hun status en laat hen werken. Als ze hier komen, willen ze niets liever dan hard aan de slag gaan. Ze zitten vol met energie, maar als je niet mag werken en dag in dag uit in een opvangcentrum zit, dan verlies je die energie. Daar komt bij: wanneer mensen werken en hun eigen geld verdienen, zijn ze ook geen belasting voor de staat. Laat de werkgevers die mensen een kans geven en de mensen niet op het uiterlijk beoordelen, maar op de manier waarop ze overkomen. Er zijn zoveel mensen die willen werken, maar geen baan kunnen vinden omdat ze niet het ‘juiste uiterlijk’ hebben.”
Wijnberg geeft wat nadere achtergrond over de dag van de vluchteling: “Deze dag is in 2001 ingesteld met als doel om de vluchtelingenproblematiek in Afrika aan te kaarten. En dan met name al die mensen die over de grenzen naar een buurland vluchten of van de ene kant van het land naar de andere kant moeten reizen en daar jarenlang verblijven.” Hij verwelkomt de media-aandacht rond deze dag: “Dat is positief en wellicht is dit het moment voor mensen die altijd al positief staan tegenover het helpen van de medemens om te overwegen enkele uren per week zich in te zetten voor VluchtelingenWerk. We hebben de vrijwilligers hard nodig, want bij iedere nieuwe binnenkomer moeten gigantisch veel dingen geregeld worden: inschrijving, uitkering aanvragen, meubelen aanschaffen, zorgverzekering regelen, noem maar op. We zoeken vrijwilligers die zelf ook iets bij willen leren en niet menen dat ze de waarheid in pacht hebben. Vorig jaar hebben we in de hele Duin- en Bollenstreek 165 cliënten in begeleiding gehad en iedere cliënt vereiste een specifieke benadering.”
Papier verplaatsen
Wijnberg zit al 19 jaar in het vluchtelingenwerk en hij weet nog steeds niet wat hem beweegt, zo laat hij weten. “Dat is mijn enige echte eerlijke antwoord. Ik weet in ieder geval zeker dat ik de rest van mijn arbeidzame leven bezig wil zijn met het werken voor vluchtelingen. Hier gaat het namelijk echt ergens over en ik ben niet alleen maar papier aan het verplaatsen.”
Het valt hem op dat er veel goed geïntegreerde medelanders zijn die al jaren in Nederland wonen, maar nog nooit op een verjaardagsfeest zijn uitgenodigd. “De keerzijde van de Nederlandse tolerantie is misschien geweest dat een vorm van desinteresse de kop heeft opgestoken. Men staat er gewoon niet bij stil om die mensen ook voor een verjaardag uit te nodigen. Het is geen schuldvraag, maar het verbaast me wel.”
Ook de folders die vaak alleen in het Nederlands verkrijgbaar zijn, dragen niet bij aan een betere integratie, zo vindt Wijnberg: “Enkele jaren geleden is er een taboe gekomen op tweetalige schriftelijke informatie, omdat de mensen maar Nederlands moesten leren. Maar als ze in Nederland aankomen, krijgen ze informatie aangereikt in het Nederlands, waar ze niets van begrijpen. Dat is vreemd, onhandig en niet efficiënt. Ik pleit voor een tweetalig introductieboek ‘Hoe werkt Nederland’, opgesteld voor de tien belangrijkste herkomsttalen.” Hij gaat onverdroten verder: “Als je kijkt in de folderrekjes bij het postkantoor en de huisarts, zul je merken dat de enige informatie die in een andere taal dan het Nederlands wordt aangeboden, gaat over ziektes en eigenlijk het liefst over geslachtsziektes. Dat is toch raar?!”
Gevraagd naar zijn hartenwens heeft Wijnberg een tip voor de lezer: “Beschouw de vluchtelingen niet als en groep, maar als individuen. We hebben vluchtelingen in alle soorten en maten.”
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home