‘Stemmen voor schoon water en droge voeten’

Waterschapsverkiezingen lopen door tot 25 november

STREEK – Het zal velen ontgaan zijn, maar de waterschapsverkiezingen zijn begonnen. Tot en met dinsdag 25 november kan een stem uitgebracht worden op een van de negen politieke partijen die in het Hoogheemraadschap van Rijnland strijden om de zetels. De waterschappen zijn de oudste democratische instelling van Nederland, maar er wordt geknaagd aan haar bestaansrecht.

Zo schrijft Lisse-wethouder Bas Brekelmans (VVD) in zijn blog: ‘De waterschapsverkiezingen zijn een typisch staaltje van folklore. Ik begrijp niet waarom de waterschappen apart gepolitiseerd moeten worden en het geen rijks- of provinciale dienst is. Een aparte politieke leiding voor specifiek het water is overbodig: dat scheelt een hoop gedoe en wellicht de nodige centjes.’ Zijn partijgenoot Nia Wagemakers – van Oursouw is kandidate voor de waterschapsverkiezingen en staat op de tweede plaats van de VVD Rijnland. Wagemakers is het niet met Brekelmans eens: ‘Het Waterschap is ons meest oorspronkelijke democratische bolwerk en moet niet worden opgedeeld. De zorg voor het water is uiterst specialistisch werk en als je dit opsplitst, werk je in de hand dat de ene overheid niet weet wat de ander doet. Bovendien wordt het werk dan uitermate oncontroleerbaar, want het waterbeleid gaat dan op in het totale werk van de gemeenten of provincie.’

Bij de vorige waterschapsverkiezingen was het opkomstpercentage van de kiezers een magere 17%. Voorheen deden er geen politieke partijen mee, maar belangengroeperingen. Dit jaar is het voor het eerst dat de op de verkiezingslijsten namen staan van de VVD, CDA, PvdA en Partij voor de Dieren, om er maar enkele te noemen. Zal deze koerswijziging leiden tot een hoger opkomstpercentage? Wagemakers: ‘Ik hoop dat dit jaar 25% van de mensen zal gaan stemmen. Het is uiterst belangrijk dat we gaan stemmen. Deze verkiezingen gaan namelijk om de zorg voor schoon water en droge voeten. Als de waterschappen er niet zouden zijn, waren we niet beschermd tegen de zee en het overtollige rivierwater.’

Ze vervolgt: ‘Het allerbelangrijkste is, dat het juiste waterpeil gekoppeld wordt aan de juiste functie. We moeten dus verschillende peilen gebruiken voor de agrariërs en bollentelers, in vergelijking met bijvoorbeeld de duinen. De bollen moeten niet met de voetjes in het water staan, terwijl het waterpeil bij de duinen juist veel hoger moet zijn. Want alleen op deze manier kunnen de duinen ons beschermen tegen de zee.’ Wagemakers besluit: ‘We roepen pas om hulp als onze kelders onder water staan of de sloten buiten hun oevers treden. Maar het zijn de Waterschappen die dit voor ons regelen en de hele waterhuishouding op een geschikt peil houden. Door te stemmen moeten we zorgen dat het bestuur van de waterschappen zo sterk mogelijk is. Doordat er nu politiek partijen bij betrokken zijn, kunnen de burgers in de toekomst ook zaken die voor hen van belang zijn, bij de volksvertegenwoordigers aankaarten. En dat is een goede zaak.’