“Interviews mogen best kritisch zijn”
NOORDWIJK – Het einde van een tijdperk is gekomen: Leny Verplancke (60) zegt omroep Nens vaarwel. Veertien jaar lang was zij de drijvende kracht achter deze publieke lokale omroep van Noordwijk en Noordwijkerhout. Met werkweken tot 70 uur stuurde ze de circa tachtig vrijwilligers en medewerkers aan en bouwde zij de redactie op. Twee jaar geleden trad een betaalde eindredacteur toe tot de organisatie en Verplancke vindt het nu hoog tijd dat ze haar andere, al jaren sluimerende, ambities nastreeft.
Door Joep Derksen
Formeel is Nens een lokale omroep met als uitzendgebied Noordwijk, Noordwijkerhout en De Zilk, maar de nieuws- en muziekzender is in bijna de gehele Bollenstreek te beluisteren op de radio. Daarnaast kunnen via de website live de programma’s gevolgd worden en wordt de kabelkrant dagelijks om 17:00 uur ververst. In veertien jaar is de omroep gigantisch gegroeid en Verplancke lag zonder twijfel aan de bakermat van dit succes. Nadat zij in 1995 betrokken raakte bij Nens, had Verplancke al heel gauw door dat ze op haar plek zat: “Hier kon ik mijn ei kwijt. Er moest iemand zijn die de kar trok en ik heb Nens opgeduwd naar een behoorlijk professionele organisatie. Vijftien jaar geleden stond het lokaal gebeuren nog in de kinderschoenen en we hebben de redactie bijna van de grond af opgebouwd. We zijn begonnen met het lokaal nieuws serieus te verslaan en dat betekent veel contacten leggen, netwerken en in alle hoeken en gaten nieuws vinden. Tevens zorgden we voor goede nieuwsprogramma’s met onderwerpen van niveau. Altijd was ik inhoudelijk goed voorbereid bij live-interviews.”
In eerste instantie had Verplancke nog bij een ander bedrijf betaald werk, maar na een aantal jaren zette ze zich fulltime in voor Nens. “Rond de eeuwwisseling kwam de website www.nens.nl erbij en zes jaar geleden startten we een nieuwe discipline: de kabelkrant. De persoon die deze kabelkrant onderhoudt, was onze eerste betaalde kracht. Daarnaast was het mijn taak om de vele vrijwillige medewerkers te laten weten wat ze moeten doen. Mijn kracht was om mensen heel goed te overtuigen van de waarde van iets. Daarnaast probeerde ik altijd sfeer in de studio te brengen, bijvoorbeeld door het neerzetten van wat bloemen.”
Passie
Als Verplancke iets doet, dan doet ze dat met passie. In alles. “Ik ben een overtuigd idealist van de publieke lokale omroep. Nens moet niet alleen een muziekzender zijn; mensen zijn vaak niet voldoende geïnformeerd over het nieuws of de politiek en kunnen dan ook geen nuance aanbrengen in hun mening. Onderzoeksjournalistiek was mijn liefste onderwerp: zaken uitzoeken en doorgaan waar anderen stoppen. Nieuws wacht niet en daarom moest ik ook overdag zorgen voor invulling van de programma’s.”
Enkele jaren geleden trok Verplancke bij de politiek aan de bel: ze waarschuwde dat er financiën vrij moesten komen om iemand betaald aan te stellen bij Nens. Dankzij haar initiatief ontving Nens jaarlijks 80.000 euro voor de vergoeding van alle onkosten, maar haar werd wel gevraagd om nog even te blijven. “Ik werd toen plaatsvervangend eindredacteur en bleef zo’n dertig uur per week doorgaan, naast mijn werk als stewardess. Nu ben ik zestig jaar en de maatschappij waarvoor ik vloog wil dan dat je afscheid neemt. Ik vind dit een mooi moment om een wens van mij te vervullen: ik wil al tien jaar internationaal verkiezingswaarnemer worden: dat lijkt mij het einde. Democratie is ongelooflijk belangrijk en ik wil hier een steentje aan bijdragen om bij de verkiezingsprocessen te zijn. Maar om dit te bereiken, moet ik me er 100% op richten en ik studeer nu dan ook Spaans en Russisch om ervoor te zorgen dat ik over enkele jaren internationaal verkiezingswaarnemer voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken kan worden.”
Serieus
Over Nens vertelt ze verder: “De lokale omroep wordt landelijk niet of nauwelijks serieus genomen. Als je het vergelijkt met de regionale en landelijke omroepen staan de financiële middelen totaal niet in verhouding. Wij hebben ons eerst moeten bewijzen zonder bijdragen en dat accepteerden we, maar andere omroepen krijgen eerst geld en hoeven dan pas te presteren. Maar in feite is het zo dat mensen pas interesse hebben in wat er regionaal en landelijk gebeurd, op het moment dat ze ook weten wat er lokaal gebeurt. Dat is het belang van de lokale omroep: mensen prikkelen en kennis geven.”