“De journalistiek werd een uit de hand gelopen hobby”
BEINSDORP – Er zijn mensen die hun hele leven op zoek zijn naar wat ze nu in feite willen. Peter Voskuil (37) is een van de, waarschijnlijk weinige, personen die al op zijn 25ste de levenskeuze heeft gemaakt die ervoor gezorgd heeft dat hij met en voor zijn passie kan werken. Zijn vader zag hem als een geschikte opvolger voor de door hem opgerichte machinefabriek, maar deze wens werd niet gedeeld door Voskuil zelf. Hij begon voor zichzelf als freelance schrijver, werd redacteur voor een bedrijfsmagazine, heeft nu twee kwaliteitsboeken op zijn naam staan en is onlangs een eigen uitgeverij begonnen. Het bloed kruipt blijkbaar toch waar het niet gaan kan. “Ik had mijn hart moeten volgen.”
Door Joep Derksen
“Van ijzer word je niet wijzer”. Met dit credo van Voskuil was zijn vader, met wie hij “een soort liefde-haatverhouding” had, het absoluut niet eens. Hij zag zijn zoon het liefst als opvolger van zijn machinefabriek, die aan grote organisaties als KLM en Fokker leverde. Met lichte “stimulans” motiveerde hij zijn zoon dan ook om de studie Bedrijfseconomie te volgen. “Ik heb er nooit wat voor gevoeld om de zaak over te nemen. Ik diende mijn gewenste studiekeuze te maken in de jaren ’80, op een moment dat de toenmalige crisis nog naijlde. Ik wilde, toen ik op de middelbare school zat, al journalist worden, maar de vooruitzichten op werk waren ontstellend laag. Dat toonden allerlei studiekeuzelijstjes aan. Mijn vader greep dit aan om me te adviseren Bedrijfseconomie te studeren en niet naar de opleiding Journalistiek te gaan. De keuze voor Bedrijfseconomie was een rationele keuze, maar ik had mijn hart moeten volgen, weet ik nu. Als de mensen die dit artikel lezen, slechts één ding willen onthouden, dan hoop ik dat ze voor zichzelf en voor hun kinderen altijd de keuze maken om hun hart te volgen. Dat is de enige juiste keuze.”
Spiegel
De eerste twee jaar op de HEAO had Voskuil het best naar zijn zin, maar daarna werd de studie steeds cijfergerichter. “En dus steeds saaier. De meeste van mijn studiepunten heb ik gehaald met het samenstellen van de schoolkrant. Ik ben begonnen te schrijven als sportverslaggever voor onder andere een lokaal weekblad en dat schrijven werd steeds leuker. Het werd een totaal uit de hand gelopen hobby. Een tijdje heb ik net gedaan of ik studeerde, maar op een dag heb ik mezelf in de spiegel aangekeken en gezegd: ‘Als je toch alleen maar schrijft, kom er dan ook voor uit.’ Ik ben toen op mijn 25ste direct met de studie gestopt. Voor mijn omgeving was het een opluchting, want ze zagen dat ik geen bal meer deed op school. Ik ging nooit meer naar de lessen toe en dan kun je ook geen hoge cijfers halen.”
Het heeft een tijdje geduurd voordat Voskuil ook van zichzelf kon zeggen: “Ik ben journalist”. Hij laat weten: “Ik keek indertijd ontzettend op tegen de ‘echte’ journalisten die de studie Journalistiek gevolgd hadden. Nu weet ik dat dit nergens voor nodig was. Op het moment dat je zegt: ‘Ik ben journalist’, dan word je het ook. De mensen nemen dit van je aan en je krijgt vanzelf werk.” Voskuil kocht een “computertje” en begon zijn schrijfcarrière op z’n kamertje in zijn ouderlijk huis. Vanaf dat moment verliep zijn carrière zeer voorspoedig. Zijn eerste opdrachtgevers toen hij als freelance journalist begon waren het Haarlems Dagblad, Leidsch Dagblad en het ondernemersblad Inforegio. “Ik voel me nergens te groot voor en schrijf persberichtjes voor bedrijven of zelfs de teksten voor gebruiksaanwijzingen. Als je rijk wilt worden, moet je niet het vak van journalist kiezen. Ik streef daar dan ook niet naar: het vol schrijven van een krant is wat ik fantastisch vind. Je staat overal bij en alle deuren gaan voor je open.”
Vierkant
Een krantenjongen wordt mediamagnaat: deze oude Amerikaanse droom is wereldwijd bekend. Ook Voskuil heeft krantenwijken gelopen in zijn jeugd: dat waren jaren dat hij om half vijf ’s ochtends op pad ging. Van het schrijven van artikelen voor de krant heeft hij in de loop der jaren zijn activiteiten uitgebreid met het schrijven van boeken en tussendoor was hij hoofdredacteur voor het ondernemersblad Inforegio. Onlangs heeft hij ook zijn eigen uitgeverij “Vierkant” opgericht: het eerste boek dat “Vierkant” uitgaf is: “De koning is dood, leve de koning!” (De geschiedenis van de oudejaarsconference). Dit boek behelst de geschiedenis van veertig jaar oudejaarsconferences.
Voskuil: “Van dit boek heb ik alles gedaan: de research, interviews, het schrijven, fotoredactie en opmaak. Zelfs tot en met het drukken van het boek aan toe. Het schrijven van dit boek is een heel zware periode van mijn leven geweest, aangezien je de realisatie van het boek moet combineren met het andere reguliere werk. Maar het mooiste moment is als je het boek binnen hebt en je hem voor de eerste keer open slaat.”
Biografie
In totaal zijn 4.000 exemplaren van “De koning is dood, leve de koning!” gedrukt, waarvan 1.200 boeken verkocht zijn. Daar kan dus nog wel meer bij.” Hij vervolgt: “Mijn vorige boek was de biografie “Testament” over het leven en werk van de Haarlemse schrijver en dichter Lennaert Nijgh. Boeken zijn een soort verslaving van mij geworden en ik heb al tien ideeën voor de volgende boeken. Daarom ben ik de drukkerij “Vierkant” begonnen, zodat ik ook voor anderen boeken kan drukken. Als journalist heb je nooit de tijd om je ergens in te verdiepen. Journalistiek is eigenlijk een heel vluchtig vak. Met het boek over Lennaert Nijgh heb ik een jaar lang kunnen uitzoeken wie hij werkelijk was.”
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home