“We zijn diep geraakt door verhalen over seksueel misbruik”

VOORHOUT – De Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) reageert op de beschuldigingen van Gradus Mars over de verkrachtingen die een broeder zou hebben gepleegd. Wil van de Ven, woordvoerder van deze organisatie, geeft een reactie.

Wanneer een dader van seksueel misbruik is overleden, betekent dit het einde van een proces of kan iemand nog na zijn overlijden met terugwerkende kracht uit zijn functie gezet worden of symbolisch bestraft worden? Van de Ven: “Wij zijn als koepelorganisatie van de Nederlandse religieuzen niet op de hoogte van alle concrete gevallen van misbruik. Het is mij niet bekend of de bewuste broeder in de periode 1963 – 1967 actief was in Voorhout. Iemands eer en goede naam kan ook postuum aangetast worden, maar het overlijden verhindert de normale procesgang.”

Op de vraag wat Van de Ven wil zeggen tegen de slachtoffers van het seksueel misbruik, antwoordt ze: “De bestuurders van de KNR zijn diep geraakt door de aangrijpende verhalen van seksueel misbruik die dezer dagen naar boven gekomen zijn. Iedere vorm van seksueel misbruik dient krachtig veroordeeld te worden omdat het haaks staat op het Evangelie en de waardigheid van de menselijke persoon. Het is een pijnlijke constatering en een te belijden zonde dat het aan zorgvuldige omgang met kinderen en jongeren met name halverwege de vorige eeuw bij een aantal priesters en religieuzen heeft ontbroken. Uiteraard dienen onderlinge contacten zuiver, transparant en respectvol te zijn, juist jegens de kleinsten onder ons (cf. Matteüs 18, 1-6). Aan hen die slachtoffer werden van misbruik binnen katholieke internaten bieden religieuzen en bisschoppen hun diep gevoelde medeleven en excuses aan.”

Ze besluit: “Het onderzoeksvoorstel van de heer Deetman naar seksueel misbruik in katholieke instellingen zal waarschijnlijk meer helderheid verschaffen over de aard en omvang van dit misbruik.”