Project taalcoaches is succesvol

‘De taal begrijpen is belangrijker dan prachtige volzinnen kunnen uitspreken’

LISSE – Een jaar geleden startte de Bibliotheek Bollenstreek met het instellen van taalcoaches. Deze vrijwilligers helpen inburgeraars om de Nederlandse taal nog beter machtig te worden. Het is een groot succes, want nu al zijn er vijftig taalkoppels bij elkaar gebracht. ‘Als het niet klikt, kan ik beter weggaan.’

Een taalkoppel bestaat uit een taalcoach en een inburgeraar die zelf heeft aangegeven behoefte te hebben aan een eigen taalcoach. De taalcoach helpt de inburgeraar bij het leren spreken van de Nederlandse taal. Dit gebeurt onder meer door samen activiteiten te ondernemen. Een van de taalcoaches is Louis Weyzig; hij begeleidt de uit Afghanistan afkomstige Aziz Navabi.

Weyzig laat weten dat zijn dochter een van de voornaamste redenen was dat hij taalcoach is geworden: ‘Zij is dyslectisch en dat is jarenlang verborgen gebleven. Ik wil een steentje bijdragen, zodat andere mensen niet voor dezelfde problemen komen te staan als mijn eigen dochter. Ik zag een half jaar geleden een flyer over de taalcoaches in de bibliotheek liggen en ik heb me aangemeld. Het sprak me bijzonder aan dat een taalcoach alleen wordt ingezet bij mensen die zelf aangeven dat ze naast hun inburgerinscursus ook een taalcoach willen hebben. Ik ga met Aziz regelmatig wandelen en fietsen of ik neem hem mee naar de supermarkt.’

Het taalcoaches-project is opgezet door Trudy de Moel, Coordinator Taalcoaches Bollenstreek. Zij maakt de matches tussen de taalcoaches en de inburgeraars en in het geval van Aziz en Weyzig is dat bijzonder goed gelukt. ‘We liggen elkaar prima en dat moet ook. Als het namelijk niet klikt, kan ik beter direct weggaan, want dan zou de andere persoon toch niets van me willen aannemen.’

De Moel laat weten over het taalcoaches-project: ‘We hebben geld gekregen voor 100 taalkoppels: die moeten voor 1 januari 2012 gevormd zijn. We zitten nu op 51 koppels, dus we liggen keurig op schema. De mensen zijn voor een half jaar gekoppeld, omdat zes maanden voor iedereen te overzien is. Ik probeer een goede match te maken met een inburgeraar. Als het niet zo’n goede match zou zijn, is een half jaar te overzien. De termijn van een half jaar is ook ingesteld om te voorkomen dat je meegezogen wordt in de problematiek van een inburgeraar. De taalcoach leert de inburgeraar alleen spreektaal; je vult geen formulieren in; het is alleen praten, praten en praten.’ Momenteel is de tweede lichting van taalcoaches en inburgeraars met elkaar bezig. In de eerste lichting hebben 19 koppels het traject afgerond.De Moel laat weten dat de resultaten heel goed waren. ‘De inburgeraars hebben veel Nederlands geleerd en de taalcoaches hebben veel van de andere culturen opgestoken. Ze leerden dat het net iets anders kan zijn in een andere cultuur hoe mensen met elkaar omgaan.’

Momenteel is Weyzig vier maanden actief als vrijwillige taalcoach en het bevalt uitstekend: ‘Ik probeer begrip bij te brengen voor de taal. Het leren begrijpen van de taal is namelijk belangrijker dan leren lezen en schrijven. Je kunt prachtige volzinnen uit je hoofd leren, maar als je niet begrijpt wat je zelf zegt, missen de lessen hun doel.’ De taalcoach leert zelf ook van zijn gesprekspartner: ‘Sinds ik met Aziz in contact ben gekomen, besef ik pas hoe vaak we in beeldspraak praten. Je zegt dingen die je eigenlijk anders bedoeld, zoals het gezegde “een kat uit de boom kijken”. En als ik metaforen gebruik, raakt Aziz helemaal het spoor bijster. Daarom is het belangrijk dat je duidelijk en precies zegt wat je bedoelt.’