Inwoners betalen opknappen van kerken

KATWIJK – Alle inwoners van Katwijk, gelovig of niet, dragen bij aan het groot onderhoud van de drie rijksmonumentale kerken de Oude kerk, de Dorpskerk en de Grote kerk. Geen enkele politieke partij liet tijdens de vergadering van de commissie Welzijn op dinsdag 11 januari een kritisch geluid horen over de gemeentelijke financiering van 157.000 euro.

Aan deze kerken is in 2010 groot onderhoud uitgevoerd. Waar in het verleden de religieuze instellingen volop gebruik konden maken van onder meer provinciale subsidies, is deze tijd voorbij. Daarom vroegen de besturen van de drie kerken aan de gemeente Katwijk om een bijdrage in de kosten van het uitgevoerde groot onderhoud te leveren. Het college van burgemeester en wethouders gaat hiermee akkoord en stelt aan de politieke partijen voor om de ruim anderhalve ton aan de drie kerken te schenken.

De Oude kerk ontvangt ruim 28.000 euro voor de kosten van de aanpak van de gevels. De Dorpskerk kan meer dan 32.000 euro tegemoet zien voor de aanpak van het voegwerk en de gemeente betaalt ruim 96.000 euro zodat het kerkinterieur van de Grote kerk gewijzigd kan worden. De SGP, ChristenUnie en CDA waren onverbloemd voorstander van deze gemeentelijke subsidie.

Gerard Bol (Gemeentebelangen) suggereerde nog dat de kerken externe financiers zouden moeten vinden, maar dit voorstel werd weggewuifd door portefeuillehouder Jos Wienen: “Hier worden de gelden bijeengebracht door giften van de kerkleden. De gemeente PKN heeft voor de Oude Kerk gekeken om via een andere manier geld in te zamelen. Dat valt knap tegen. De landelijke PKN kan het absoluut niet betalen. Zij moeten hun uiterste best doen om hun eigen landelijke organisatie overeind te houden uit de lokale gelden. Vanuit Brussel zijn ook geen Europese fondsen beschikbaar.”

Wienen liet verder weten: “Oude kerken zijn vaak sfeerbepalende oude gebouwen in de verschillende dorpen of gemeente en dat geldt zeker voor Katwijk. We prijzen ons gelukkig dat kerken er heel hard aan werken om de gebouwen in stand te houden; dat leidt tot forse extra kosten. De gemeenschap kan hier aan bijdragen. Niet alle monumenten komen voor een dergelijke eenmalige bijdrage in aanmerking. In dit geval gaat het om grote kosten. Dat is wat anders dan waar het gaat om bijvoorbeeld een woonhuis.”