Goochelen met getallen

JOEP DERKSEN

LISSE – De gemeente blijft vasthouden aan 30% sociale woningbouw, zo verzekerde wethouder Evert Jan Nieuwenhuis (SGP/ChristenUnie) donderdag 11 februari. Hij reageerde met deze woorden op een vraag van commissielid Gerrit Meiland (CDA), die hier tijdens de vergadering van de commissie Ruimte en Infrastructuur aan twijfelde.

Toch bleek wel, dat de wethouder een vreemde berekening hanteerde. Het college blijkt namelijk niet uit te gaan van 30% sociale woningbouw bij zowel koopwoningen als huurwoningen. In plaats daarvan geeft het college opdracht voor de bouw van 15% sociale woningen bij projecten met koopwoningen en 15% sociale woningen bij projecten met huurwoningen. Volgens Nieuwenhuis is dat samen 30%. Toch zijn er twijfels in de raad, of hier niet appels met peren worden vergeleken.

Commissielid Erik Prins (D66) pleitte: 'Er mag nog meer worden ingezet op bouwen in hetu segment net boven (de prijs van, JD) sociale huurwoningen. Het gaat ons om de sociale koop- en huurwoningen die net boven die 30% zitten. 900 mensen wonen scheef en zouden daar naar toe kunnen stromen.' Hierop liet de wethouder weten, het eens te zijn met deze stelling. Hij vond, dat de gemeente al inzet op 55% sociale woningbouw. Naast de 15% voor sociale huurwoningen en 15% sociale koopwoningen, moet er in nieuwbouwplannen ook voor 15% aan woningen zitten in de prijscategorie tussen 187.000 euro en 215.000 euro. Bij huurwoningen moet 10% van de woningen vallen onder de huurprijscategorie tussen 700 euro en 900 euro per maand. Nieuwenhuis concludeerde: 'Dat is samen 55% van de woningen.'

Fractievoorzitter Guus Mesman (GroenLinks) vroeg meer aandacht voor duurzaamheid bij nieuwbouw. En als dat leidt tot hogere huurprijzen, dan is dat wat hem betreft geen probleem. 'Scherpere eisen bij duurzaamheid zullen altijd tot hogere huurprijzen leiden. Ga niet uit van betaalbaarheid; ga voor meer ambitie op dit punt.' Commissielid Ralph van Dam (SGP/ChristenUnie) wees op de noodzaak om ook na te denken over de lange termijn, waar het gaat om het bijbouwen van huizen. 'Vanaf 2030 vlakt de vergrijzing af en loopt (het aantal oudere inwoners, JD) weer terug. Hoe kijkt de gemeente aan tegen die periode na 2030? Wordt hier met de levensloopwoningen rekening mee gehouden? Ook wilde hij weten welke druk het stijgend aantal statushouders legt op de vraag naar sociale woningen.

Nieuwenhuis moest toegeven, dat het aantal statushouders inderdaad toeneemt 'en de doorstroming stopt. De druk op de voorraad wordt groter, maar de voorraad als zodanig blijft gelijk. Het is een forse opgaaf. In de regio kijken we naar de mogelijkheden.' Over de periode na 2030 stelde Nieuwenhuis: 'Dat blijft ingewikkeld. We willen (nu, JD) de verhuisbeweging op gang krijgen. Er is zeker aandacht voor om niet per se alleen voor levensloopbestendige woningen te gaan.' Waar het gaat om duurzaamheidskwaliteiten wil het college niet zo ver gaan, als de GroenLinks-fractievoorzitter. 'Ik wil hier niet een zware claim op leggen.'