Huisartsen Gijsje Duijzer en Frans Zonneveld hangen
stethoscoop aan de wilgen
VOORHOUT – Samen werkten ze 74 jaar als huisarts; Gijsje
Duijzer en Frans Zonneveld. Als twintigers kwamen ze naar dit dorpje in de
Bollenstreek om daar hun eigen praktijk op te zetten. Het was in het begin
sappelen, maar ze eindigen hun loopbaan als gerespecteerde en gewaardeerde
leden van de samenleving. Vele duizenden mensen en één hond werden door hun
inzet geholpen, geboren en verzorgd.
JOEP DERKSEN
Frans (66) en Gijsje (65) leerden elkaar kennen tijden de huisartsenopleiding,
die in 1983 één jaar duurde. “Het was een soort stage; meer kun je het echt
niet noemen. Je ging naar een verpleeghuis, EHBO en een huisarts om daar mee te lopen”, herinnert
Frans zich. Het beginnen van een huisartsenpraktijk was nog niet zo
gemakkelijk. Er was een overschot aan huisartsen. Als je een praktijk opzette,
begon je met nul klanten. Dus je verdient geld door waar te nemen bij collega’s. Maar
omdat er altijd iemand op de praktijk aanwezig moet zijn, besloten Gijsje en
Frans de handen ineen te slaan. Ze hoorden, dat er in Voorhout een nieuwe wijk
gebouwd zou worden: Oosthout en al snel hadden ze de eerste tien
inschrijvingen. “Maar daar bleef het vervolgens maandenlang bij”, kijkt Frans
nu lachend terug. “Begin 1985 werd voor het eerst in ruim twintig jaar de
Elfstedentocht weer gehouden. Door de strenge winterperiode werd alle bouw
stilgelegd. Hierdoor werden er geen huizen opgeleverd en kwamen er ook geen
nieuwe patiënten bij.” Uiteindelijk duurde het vier jaar, voordat beiden een
volwaardige praktijk hadden.
In die tijd gebeurde het nog regelmatig dat een huisarts
rustig een half uurtje met je kon praten. Mede hierdoor werden Gijsje en Frans
bij veel gezinnen betrokken met hun wel en wee. De eerste vijftien jaren
verzorgden de beide huisartsen ook bevallingen. Dat was een prachtig onderdeel
van ons vak. Ze moesten er op een
gegeven moment mee stoppen, omdat het uiteindelijk niet vol te houden was: én overdag een praktijk draaien én ’s nachts soms urenlang de bevalling
verzorgen. “Een onderwaterbevalling hebben we nooit gedaan, wel stond ik een
keer voor een filmploeg, die was ingehuurd. ‘Je vindt het zeker niet erg, dat
we filmen?!’ werd tegen mij gezegd. Gelukkig ging de bevalling wel goed.”
Een deurtje verder
Het vak is door de jaren heen enorm veranderd, zo wordt er
niet meer gewerkt met de groene kaarten, waarop iedere diagnose geschreven
moest worden, maar is alles al dertig jaar lang geautomatiseerd. De
collegialiteit tussen de beiden is altijd gebleven. Gijsje: “Wij hebben
dagelijks contact; onze spreekkamers zitten naast elkaar en we roepen elkaar er
regelmatig bij. Als er iets heel leuks, bijzonder of lastig is, wandelen we een
deurtje verder en bekijken we samen wat we kunnen doen. Dat vinden onze
patiënten prima: twee weten immers meer dan één.”
Een tijdje geleden namen de beiden het besluit, dat het tijd
was om over het einde van hun artsencarrière na te denken. Gijsje stopt per 1
januari en Frans gaat nog een paar dagen per week voor maximaal een jaar door,
maar dan hangt ook hij zijn stethoscoop aan de wilgen. Waarom stoppen de beide
huisartsen? Gijsje: “Ik vond op een dag dat het goed was. Blijkbaar komt dat op
een bepaald moment. We hebben opvolgers gezocht en gevonden: Monique van
Oostrom en Pieter de Groot.”
Beide artsen werden vorig jaar besmet met corona en dat
heeft het besluit om te stoppen ook bekrachtigd. Frans: “Ik had eerst de
gedachte, om wat langer door te gaan, maar bouw het langzaam af. Ik doe niet
meer de diensten op de Dokterspost en blijf in 2022 nog actief.” In al die
jaren zijn natuurlijk veel mooie herinneringen opgebouwd. Gijsje herinnert zich
een moeder, die met een taart langs kwam op de dag, dat haar dochter 18 was
geworden; deze dochter is door Gijsje ter wereld geholpen. Frans geeft een
ander voorbeeld van dankbare momenten: “Soms kun je mensen helpen door
euthanasie te plegen. Dat is niemands grote hobby en het is heel wat anders dan
een geboorte. Maar het is heel dankbaar werk en ik ben blij, dat het legaal
uitgevoerd kan worden. We hebben mensen
op die manier kunnen helpen, om verder uitzichtloos lijden te voorkomen. Het is
dankbaar werk.”
Heimlichmanoeuvre
Omdat ze zelf ook in Voorhout wonen, gebeurt het regelmatig,
dat ze op straat aangesproken worden over persoonlijke zaken. Of de
bloeddrukmedicatie afgebouwd kan worden, bijvoorbeeld. “Daar heb ik nooit
moeilijk over gedaan”, geeft Gijsje aan. Dat gebeurt soms als je hulpverlener
bent en woont in het dorp waar je werkt.” Ook kwamen mensen wel eens bij beide
artsen spontaan aan de deur, als er een noodgeval was. Frans: “Ik heb nog een
keer een hond gered. Zijn eigenaar had een brokje omhoog gegooid; dat beestje
had het brokje gegrepen, waarbij het achter in de keel schoot. In paniek stond
de eigenaar met zijn hondje bij me voor de deur. Ik gaf een kleine Heimlichmanoeuvre
en hij leefde weer.” Gijsje lacht: “Het is natuurlijk prima, als je kunt helpen
in een panieksituatie.”
Natuurlijk zullen ze het vak wel missen. Gijsje: “Ieder
consult is een ontmoeting, het heeft iets weg van een schouwspel; je hoort en
bekijkt iets van iemand, geeft een oordeel en ziet hoe mensen reageren, er komt
een plan en hopelijk een oplossing. Nog steeds verbaas ik me, dat mensen ook om
heel eenvoudige dingen graag met de dokter willen spreken. Naarmate wij als
artsen ouder worden, wordt ons oordeel belangrijker gevonden.”
Een groot afscheidsfeest zit er niet in, mede door alle
beperkingen die weer opgelegd worden. Frans: “We zijn in stilte gekomen en
willen ook in stilte weg. Alle patiënten krijgen een persoonlijke
afscheidsbrief. In augustus kondigden we ons vertrek al aan en daarna werden we
overladen met kaartjes en allerlei tekenen van waardering. Dat vind ik echt
heel bijzonder.” Gijsje besluit: “Het is goed zo. Ik zou het heel erg vinden,
als ik mijn tijd uit zou moeten zitten. Wij gaan alle dagen fluitend achter ons
bureau aan het werk. Je moet scherp blijven en er zijn totdat je stopt.
Afbouwen kun je wel in tijd, maar niet in intensiteit.”