Werknemers Ouwehand in grote onzekerheid

KATWIJK – Koninklijke Ouwehand, leverancier van vis en visproducten, haalde afgelopen week het landelijke nieuws met de mededeling dat het 104-jaar oude bedrijf surseance van betaling heeft aangevraagd. Het is nu alle hens aan dek voor de onderneming, want er kan geen tijd meer vrij gemaakt worden om met de pers te spreken.

Door Joep Derksen

In een persbericht laat Koninklijke Ouwehand weten: “Vanwege moeilijke marktomstandigheden in binnen- en buitenland hebben we surseance van betaling aangevraagd bij de rechtbank in Den Haag. Inmiddels is een bewindvoerder aangesteld, die de komende dagen gaat onderzoeken op welke wijze de activiteiten kunnen worden voortgezet. Het bedrijf stelt alles in het werk om de continuïteit van de leveranties aan de klanten te waarborgen. Er wordt gewerkt aan een reddingsplan, waarbij gepoogd wordt zoveel mogelijk van de werkgelegenheid en het bedrijf te behouden.”

Mede naar aanleiding van het persbericht is het management van Koninklijke Ouwehand gevraagd te reageren. Een woordvoerder liet weten dat ze de vragen door zou sturen, maar helaas is er op het moment van het ter perse gaan van de krant niet gereageerd. Een aantal van de circa 200 medewerkers van het productiebedrijf wilde echter wel hun opinie geven, op basis van strikte anonimiteit.

Op de vraag wat de stand van zaken is, antwoordt de man die op weg is naar zijn auto om naar huis te gaan: “We weten helemaal niks en wachten maar af. Wat moeten we anders doen?” Kwam het bericht over de surseance als een schok bij de medewerkers? In zekere zin wel. We hadden het toch niet verwacht.” Bent u al naar ander werk op zoek? “Nog niet, ik wil eerst afwachten wat komen gaat.”

Een andere man komt uit het hoofdgebouw naar buiten lopen en ook hij is bereid zijn zegje te doen. “Ik ben geen vaste medewerker, maar invalkracht. Op dit moment draaien we volop en alle werkzaamheden gaan door. Ze hebben uitzendkrachten ingehuurd om het achterstallige werk in te halen, wat we kregen doordat de fabriek een dag stil is gelegd.” Heeft u er vertrouwen in dat het goed komt? “Voor die vraag moet je bij de directie zijn.”