“We willen in gesprek met Gradus Mars”
Broeder Amatus meldde in eerste instantie: “We weten niet wie de slachtoffers zijn. De mensen melden zich bij Hulp en Recht. We proberen niet met de mensen in contact te komen. Ik weet totaal niets concreets van deze mensen af. De afspraak is dat zulke dingen alleen middels KNR of Hulp en Recht besproken worden. Deze instanties kunnen de klagers verwijzen naar de desbetreffende congregatie.”
Hij vervolgde: “De broeders lezen ook de krant; ze weten wel wat er speelt. We hebben daar onderling niet over gesproken; dat vind ik nog niet nodig. Als het concreet wordt en de mensen hebben er behoefte aan, dan kunnen ze praten. We krijgen regelmatig oud-leerlingen op bezoek, maar ik heb nog nooit met iemand een gesprek hierover gehad. Er zijn in de jaren zoveel oud-leerlingen geweest. Ieder jaar zaten hier 300 – 400 jongens en in de jaren ‘70 is de congregatie opgeheven.”
Afschuwelijk
“Het is afschuwelijk wat je hoort en ik moest weten of het klopt. U noemde mij de naam van de betreffende broeder. Dat is de laatste waar ik het van verwachtte. Hij heeft hard gewerkt, in de bakkerij en het sportgebeuren. Ik ben het nagegaan.”
Na twee dagen nam Broeder Amatus contact op. “We hebben overleg gehad en zijn tot volgend statement gekomen. Vanzelfsprekend is onze congregatie bereid tot gesprek met betrokkene, de heer Gradus Mars. Benevens de algemene overste zal aan dat gesprek ook de pastoraal werker aanwezig zijn. Wij hebben geen commentaar op genoemde naam. Eerst zal er een gesprek met betrokkene, de heer Gradus Mars, moeten plaatsvinden.”
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home