‘Na hondenpoep ook kattenoverlast aanpakken’

LISSE – De Betrokken Lisser Jos Assendelft laat opnieuw van zich horen. Dit keer roept hij het gemeentebestuur op om de hondenpoep aan te pakken. En als dat probleem opgelost is, moeten er ook maatregelen genomen worden tegen de paardenpoep en kattenoverlast. ‘Hondenpoep is een van de top 10 ergernissen voor de inwoners.’

Assendelft is voormalig fractievoorzitter van Nieuw Lisse, maar is eerder dit jaar afgetreden en hij heeft zijn lidmaatschap van die partij opgezegd. Hij voelt zich nu vrij om alle onderwerpen naar voren te brengen, zonder dat hij aan een partij verantwoording hoeft af te leggen. De hondenpoep irriteert hem mateloos, zo laat Assendelft weten: ‘Voor mijn huis is een grasveld, waar de kinderen spelen. Het gros van de hondeneigenaren ruimt de poep op, maar toch ligt het vol met drollen. Dat past toch niet meer in de 21ste eeuw; het is onhygienisch. Als ik met mijn kinderen op het grasveld ga spelen, nemen we een paar schepjes mee om zo tien drollen op te ruimen.’

Houdt Assendelft niet van honden? Waarom ageert hij er zo tegen? ‘Er zijn diverse vormen van overlast. Paardenpoep bijvoorbeeld; dan heb je een gigantische berg die op de weg ligt. De hondenbezitters betalen nog hondenbelasting, maar voor kattenbezitters is het een heel ander verhaal. Volgens de wet mag je geen kattenbelasting heffen. Ik vind dat wanneer het probleem van de honden is opgelost, het probleem van de katten in beeld komt. Maar dan heb je het over andere problemen: de mentaliteit van de katteneigenaren moet worden aangepakt. Een kat hoort in huis te zitten en niet vrij op straat rond te lopen. Katten slachten de vogels af en poepen bij de buren in de tuin.’

Had Assendelft niet beter aan kunnen blijven als fractievoorzitter van Nieuw Lisse? Dan stond hij nu aan het hoofd van een coalitiepartij, waardoor afspraken gemaakt kunnen worden om de katten- en hondenoverlast aan te pakken. “Misschien wel, maar dan hadden mijn politieke werkzaamheden veel meer tijd gekost. Nu heb ik de vrijheid om onderwerpen aan te halen, waarvan ik denk: daar wil ik mijn mening over kwijt. Hopelijk doet de gemeente er wat mee.’