‘Vrijwilligers zijn kinderachtig’

LISSE – De jaarlijkse veteranendag werd weer goed bezocht door tientallen oud-strijders. Het was niet alleen een moment om stil te staan bij het verleden, maar ook en vooral werd gekeken naar de toekomst. Uiteindelijk zal de veteranendag, zoals we die nu kennen, op een andere manier worden ingevuld. De ‘oude veteranen’ uit de tweede wereldoorlog en het KNIL worden namelijk op natuurlijke wijze vervangen voor de ‘jonge’ veteranen die vooral ingezet worden bij vredesmissies. En de jongere generatie heeft andere voorstellingen voor het organiseren van reüniebijeenkomsten.

Burgemeester Lies Spruit eerde jong en oud: ‘U bent niet allemaal van dezelfde leeftijd, maar u hebt gemeen dat u in opdracht van onze democratisch gekozen regering bent ingezet onder oorlogs- of daarmee vergelijkbare omstandigheden. Vaak met gevaar voor eigen leven hebt u het vaderland gediend. Deze jaarlijkse veteranendag is een kleine blijk van waardering en erkenning.’

Voor en na haar speech deelden de veteranen elkaars verhalen. Henk Bekooij diende in 1959 in Nieuw Guinea: ‘Ik was dienstplichtig militair, had geen verkering en zag het wel zitten om naar het buitenland te gaan. Het was een goede tijd: ik had een tropengevoel en het was alle dagen feest. Wij beschermden de bevolking. Pas toen wij weg gingen, begon de oorlog pas.’ Over de jongere veteranen laat Bekooij weten: ‘Die hebben dit jaarlijkse eerbetoon ook verdiend. Maar wij hebben wel andere omstandigheden meegemaakt.’

Ook Gerard Verdegaal steekt zijn mening niet onder stoelen of banken. ‘Ik vind de jonge gasten die nu vrijwillig het gevaar opzoeken kinderachtig. Ik diende tussen 1945 en 1950 in Indonesië, maar nadat ik terugkwam, werd ik uitgemaakt voor moordenaar. Dat deed me pijn in de ziel.’ Over Prins Bernhard heeft Verdegaal niets dan lof. ‘Hij heeft me geholpen om een huis in Lisse te krijgen.’

Theo Wassenaar diende van 1946 tot 1949 in Indonesië. Was het een mooie tijd? ‘We hadden mooi weer en af en toe was het niet leuk. Bijvoorbeeld als de tegenstanders begonnen te schieten. Wij hadden in het begin namelijk helemaal geen goede wapens en de mortieren deden het niet goed.’

De aanwezigen konden uiteindelijk genieten van de fascinerende verhalen van historicus Erwin de Mooij en ook werden de oud-strijders geïnformeerd over de komst van het Veteranen Ontmoetingscentrum Duin- en Bollenstreek.