JOEP DERKSEN
KAAG EN BRAASSEM –
De Oostenrijkse woningen in deze gemeente hebben een hoge tot zeer
hoge monumentwaarde. Dat blijkt uit onderzoek van het Monumenten
Advies Bureau, dat in opdracht van de Stichting MeerWonen was
uitgevoerd. Het onderzoek wordt gedaan, omdat de huizen op de
nominatie staan om gesloopt te worden, maar veel bewoners willen de
huisjes behouden. Ze gaven aan, dat deze woningen monumentwaardig
zijn. Na overleg met de gemeente heeft MeerWonen een onderzoek laten
uitvoeren en de bewoners blijken gelijk te hebben.
Oostenrijkse woningen
zijn houten huizen, die in Roelofarendsveen (Berkenweg, Dijkstraat,
Essenweg en Lindenlaan), Oude Ade (Kolk), Kaag (Prins Bernhardlaan en
Julianalaan) en Nieuwe Wetering (Voorweg) staan. Het onderzoek laat
er geen misverstand over bestaan. De Oostenrijkse woningen in
Roelofarendsveen, Oud Ade en Nieuwe Wetering scoren allemaal 30
punten of hoger en hebben dus een 'zeer hoge monumentwaarde'. En de
Oostenrijkse woningen in de Kaag krijgen met 28 punten het predikaat
'hoge monumentwaarde'.
Alle huizen scoren hoog
waar het gaat om de cultuurhistorische waarden. Het onderzoek stelt:
'Ze zijn dan ook van uitzonderlijk belang als bijzondere uitdrukking
van de sociaaleconomische ontwikkelingen in de periode van de
wederopbouw in Nederland, en in het bijzonder van de toenmalige
gemeente Alkemade. De complexen zijn de tastbare herinnering aan de
tijd, waarin hard werd gewerkt aan het lenigen van de hoge
woningnood. De aankoop van montagebouwwoningen uit Oostenrijk, een
product dat op zich zelf al een uitdrukking is van de grote
belangstelling in die periode voor innovatieve, snel te realiseren en
goedkopere bouwconstructies en –methodieken, is hierbinnen een
bijzonder fenomeen, dat zowel landelijk als lokaal zeer tot de
verbeelding spreekt en aan deze woningen een hoge herinneringswaarde
geeft.'
Maar de
cultuurhistorische waarde gaat verder: 'Een bijzonder gegeven is, dat
de zestig woningen in Roelofarendsveen, Oud Ade, De Kaag en Nieuwe
Wetering niet tot de reguliere door het rijk aangeschafte series
behoren, maar door rechtstreekse onderhandeling tussen de gemeente en
de aanvankelijke eigenaar, Philips in Eindhoven, hier zijn beland.
Een bijzondere geschiedenis, mede door het optreden van de
daadkrachtige burgemeester van destijds.'
Wat de architectuur- en
kunsthistorische waarden betreft, hebben de huizen 'vooral een
bijzonder hoog belang voor de geschiedenis van de architectuur en
bouwtechniek als typerend voorbeeld van één van de vele innovatieve
montagebouwsystemen, die in de loop van de twintigste eeuw werden
ontwikkeld. Het ontwerp van de woningen is eenvoudig, traditioneel en
praktisch en voor een belangrijk deel ingegeven door constructieve
aspecten en het materiaalgebruik, er liggen geen hoogwaardige
esthetische uitgangspunten aan ten grondslag. Typerend is wel de
consequent aangehouden bouwvorm en het materiaalgebruik (hout en
pannen), die de woning zo herkenbaar maakt ten opzichte van andere
rond 1950 geproduceerde huizen.'
Ook laat het onderzoek
weten, dat de Oostenrijkse woningen op bijzondere locaties staan:
'Hierin is een boeiende afwisseling te zien: een tuindorpachtige
opzet met bijzondere voor de vroeg naoorlogse stedenbouw
karakteristieke ruimtelijke accenten in Roelofarendsveen; in Oud Ade
een moderne hofstructuur, op ongedwongen wijze gekoppeld aan de oude
dorpskom van Oud Ade; in Nieuwe Wetering een wat formeler opgezet
hofje binnen de lintbebouwing van Nieuwe Wetering en georiënteerd op
de openbare weg; in De Kaag een ongedwongen kleinschalige toevoeging
aan de bestaande dorpsstructuur, deels binnen bestaande bebouwing,
zonder stedenbouwkundige verbijzonderingen. Het complex in
Roelofarendsveen springt er uit door een hoge situationele en
ensemble waarde. Een uitzonderlijke kwaliteit is dat het complex als
een klein tuindorp is opgezet, dat een geheel eigen en beeldbepalende
plek inneemt in de naoorlogse woonbuurten van het dorp.'
Verder zijn de
Oostenrijkse woningen, 'gaaf en herkenbaar' en binnen de gemeente
Kaag en Braassem hebben ze 'een hoge zeldzaamheidswaarde'. Het
onderzoek besluit: 'De complexen zijn beschermingswaardig als
gemeentelijk monument.' Met dit rapport is het nog altijd niet zeker,
dat de Oostenrijkse woningen kunnen blijven staan. MeerWonen, de
gemeente en de bewoners gaan nu met elkaar praten over de toekomst
van de huizen.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home