Ab Koomen
Op
7 mei 1946 ziet Ab Koomen het levenslicht aan de Boekhorstlaan. Na een leven
van hard werken en veel plezier maken overlijdt hij op 1 augustus 2017. Enkele
dagen later wordt in een afgeladen kerk afscheid genomen van deze markante man.
Iedereen kende Ab en Ab kende iedereen. Maar wie was Ab nu écht? Daar komen we
achter na gesprekken met familieleden en vrienden.
Het
gezin Koomen telt negen kinderen; zes jongens en drie meisjes: Nellie, Cor,
Piet, Annie, Ina, Leo, Ab, Gerard en Hans. De jongens worden op het
bollenbedrijf ingezet, zodat ze hun zakgeld kunnen verdienen, herinnert oudste
broer Cor zich. ,,Mijn vader zag het wel zitten; zes jongens die in het bedrijf
komen werken; dat kost niet veel. Ik moest van het begin af aan al helpen en
Piet ook. Leo en Ab waren geen leerders. We waren goedkope krachten en kregen
geen loon. Je moest alles doen.''
In
de wintermaanden ligt het bollenwerk meestal stil, maar niet bij huize Koomen.
,,Mijn vader haalde voor de winterdagen een koe in de schuur. Die moest ik
melken, want ik was de enige die het kon. Ab en de andere broers zorgden er wel
voor dat het hen niet lukte om een koe te melken.'' Dankzij die koe heeft het
gezin wel iedere dag tien liter verse melk in huis. Die wordt natuurlijk
gedronken, maar is ook gebruikt als ingrediënt bij bakken van brood. ,,We
hadden nooit honger.''
Dat
er ooit een brug vernoemd zou worden naar de familie Koomen, was
onvermijdelijk. Cor: ,,Vlak na de geboorte van Ab zijn we verhuisd naar de
Engelselaan, en we woonden tegen die brug aan. Op zomerdagen mochten kinderen
aan de Engelselaan op straat spelen, tot de brug van Koomen.''
Zijn
grote voetballiefdes
Vanaf
zijn 14e tot aan zijn dood is Ab betrokken bij Foreholte – naast Ajax zijn
grote voetballiefde. Samen met onder andere Wim van Kempen, Jan van Dijk en
Frans Meeuwenoord staat hij iedere thuiswedstrijd en veel uitwedstrijden langs
de lijn om commentaar te geven. En te mopperen als het niet goed gaat. ,,En als
Foreholte had verloren, dan was het altijd de schuld van de spelers en Ab wist
precies aan wie het lag.'' Cor: ,,Zelf kon hij niet voetballen; zijn pootjes
waren te kort en er zat geen gang in. Maar hij deed allerlei klusjes voor de
club, zoals kaartjes verkopen aan de kassa en oud papier ophalen.''
Kenmerkend
voor Ab is zijn vorm van humor. Cor: ,,Hij zat altijd te vertellen, maar in
bijna iedere zin zat wel een vloekje. En als hij een borreltje of biertje op
had, bleef hij kletsen. Waarbij iedereen met hem kon lachen.'' Regelmatig belt
Ab zijn schoonzus Bep Koomen om zichzelf uit te nodigen. ,,Heb je nog koffie
gezet? Zet dan een bakkie meer!'' En een kwartier later staat hij bij Bep en
Cor aan de deur. Op zijn klompen, uiteraard.
‘Hij
hoorde bij het meubilair’
Ab
is tientallen jaren lang huisvriend bij de ouders van Nico Meeuwenoord. Nico:
,,Ik was nog een kleine jongen toen hij voor het eerst bij ons kwam. Hij hoorde
bij het meubilair. Ik wist niet anders dan dat hij in het weekend bij ons zat.
Waarbij hij ‘s zondags met mijn vader naar de voetbal ging en we 's avonds
samen een patatje aten. Hij was een gewone man, en hield van gezelligheid. Voor
ons kinderen is hij nooit meneer Koomen geweest, maar altijd Ab. Hij was als
een tweede vader voor ons. Hij zei nooit dat ik iets verkeerd deed. Hij liet je
daar vrij in. Het was een gezellige vent om samen als vader en zoon mee op te
trekken.''
Over
dorpse dingen praten
Ab
woont alleen in een groot huis, maar stelt dit huis zoveel mogelijk
beschikbaar. Niet alleen voor de jongens van de carnavalsvereniging De Bokken,
maar ook bijvoorbeeld om kerst te vieren met het gezin Meeuwenoord.
Nico:
,,Hij was niet bang om eenzaam te zijn, maar hield van gezelligheid en mensen
om hem heen. Hij vond het leuk om over de dorpse dingen te praten. Iedere
zaterdagochtend was het daar de zoete inval. Dan kwamen veel mensen bij hem
koffie drinken.'' Cor vult aan: ,,Bij vergaderingen van de Bokken was het
altijd druk. Ik weet niet hoeveel bier er dan klaar stond, maar Ab had geen
last van buren, dus hij kon doen wat hij wilde.''
Niet
alleen is Ab de tweede Prins Carnaval en gaat hij dan door het leven als Prins
Abbes (Pim van Kempen is de eerste prins). Ook wordt hij benoemd tot Grote Bok
en mag hij zich sinds 2004 erelid noemen. Hij loopt altijd voorop in de
optocht. Over Ab's jaar als prins herinnert Cor zich: ,,Hij was er voor in de
wieg gelegd. Ab lustte graag een biertje en hij gaf ook wel eens wat weg.''
Inspirator
voor De Bokken
,,Ab
was de grote inspirator voor De Bokken, op veel terreinen, maar met name voor
de bouwcommissie. Hij verzon altijd dingen en was medebepaler wie er prins en
prinses werd.'' Waar het gaat om de inzet voor Carnavalsvereniging De Bokken
zijn er wat voorzitter Theo van Werkhoven betreft geen superlatieven. ,,De
Bokken was Ab en Ab was De Bokken.''
Ook
drukt Ab een groot stempel op de optocht, die hij steevast helpt voorbereiden.
,,Als we in vergadering zaten en we vroegen Ab hoe het ging met de
voorbereidingen van de optocht, zei hij altijd: 'Het rolt'. Je moest er maar op
vertrouwen dat het goed ging. En het ging altijd goed. Nog altijd gebruiken we
de uitspraak 'Het rolt' in ons bestuur.''
Ab's
huis werd door de leden van de carnavalsvereniging de Bokkenburcht genoemd;
daar kwam de Club van Oud-Prinsen ook altijd bijeen. Het is ook niet voor niets
dat de nieuwe bewoners van die Bokkenburcht eveneens Prins en Prinses Carnaval
zijn geworden. Als ze het al hadden willen weigeren, dan was het zinloos
geweest. De functie van Prins en Prinses was het logische gevolg van de
overname van de Bokkenburcht. Theo: ,,Ab's woning was een inloophuis. Iedereen
wist waar de sleutel lag en je was altijd welkom. Hij pakte nooit iets voor je,
dat moest je zelf maar doen. Ab was uitmuntend in delegeren. Vooral als hij in
zijn zetel zat; dan wees hij iedereen aan, die wat voor hem moest doen.''
Vooral
mooi is dat Ab altijd goed kan omgaan met verschillende generaties Bokken. Niet
alleen mannen van zijn leeftijd, maar ook jongeren van onder de 30. ,,Ze vonden
het fantastisch om bij Ab te zijn. Maar dat was natuurlijk ook omdat je daar
van alles kon doen wat thuis niet mocht.'' Lachend herinnert Theo zich: ,,Als
je niet kon drinken, dan leerde je dat bij Ab. Cb (citroenbrandewijn) in plaats
van champagne. En wanneer de fles leeg was, moest je hem horizontaal leggen.
Dan komen er namelijk altijd nog negen druppels drank uit. Het moest tot de
laatste druppel op.''
Maar
Ab houdt wel altijd vast aan zijn eigen standpunten. Theo: ,,Ab kon
stronteigenwijs zijn. Als hij zei: het is rechtdoor, dan kon je met geen enkel
tegenargument daar nog een speld tussen krijgen. Hij had een typisch vingertje.
Als zijn vingertje omhoog ging, moest je even luisteren. Hij zei: 'Stil' en
iedereen hield dan zijn mond omdat Ab wat moest zeggen.''
Wat
is Ab's grootste bijdrage aan de Bokken geweest? ,,Hij was een verbinder. Jong
en oud konden bij hem terecht met alles wat over de Bokken ging. Mensen konden
wellicht ook hun persoonlijk leed bij hem kwijt. Daar stond hij wel voor open.
Hij was dé gastheer van de vereniging. Iedereen zou een beetje van Ab in zich
moeten hebben.''
Graven
wil hij zelf doen, met de hand
In
1969 sluit het onroerendgoedbedrijf Noorlander een deal met Ab: hij verkoopt
zijn land, maar kan er net zolang mee werken totdat Noorlander het terrein gaat
gebruiken voor woningbouw. Als dat moment gekomen is, gaat Ab bij de
Sassenheimse aannemer Herruer werken; voor het betere klusjeswerk. Voor het
spitten en graven wil hij geen shovels of kraantjes hebben; hij wil alles zelf
doen, met de hand.
Iedere
kerstperiode verzorgen Ab en Frans Meeuwenoord de slacht van de konijnen, zodat
ze geveild kunnen worden bij Tennispark Oosthout en de SJC Konijnenveiling.
Maar ook voor dorpsgenoten, die hebben aangegeven wel konijn te lusten met de
kerst.
Wanneer
Frans voorvoelt dat hij spoedig aan longkanker zal sterven, vraagt hij aan Ab
of die voor zijn vrouw Leida wil zorgen. Zij lijdt op dat moment aan een
aneurysma en Ab neemt na de dood van Frans de daaropvolgende vijf jaren de zorg
voor Leida over. Ook nadat Ab heeft gehoord dat hij darmkanker heeft, blijft
hij voor Leida zorgen; tot haar dood aan toe.
Nico:
,,Mijn moeder en hij waren verliefd op elkaar. Ze gingen ook weekendjes weg en
hij nam haar overal mee naar toe, voor zover dat kon.'' Nico staart even voor
zich uit en zegt dan: ,,Ik vond het onwijs bijzonder, hoe zorgzaam en
behulpzaam hij voor mijn moeder was. Maar ook voor anderen. Je kon hem alles
vragen en niets was hem te veel. Hij hielp met het puin afvoeren, een
verbouwing, of als je aardappelen nodig had stond hij 's avonds bij jou aan de
deur met aardappelen.”
Gevoelens
zonder woorden
Jarenlang
heeft Ab een groentetuintje aan de Rijnsburgerweg en Cor helpt hem hiermee. In
het tuintje staan aardappelen, bloemen en groenten; ook altijd wel een regeltje
bieten. Als Ab's gezondheid achteruit gaat, neemt Han Koot het tuintje over. Ab
verhuist naar Park Overbosch, waar hij ruim een jaar heeft gewoond. In 2016
ontvangt Ab een koninklijke onderscheiding uit handen van burgemeester Carla
Breuer.
Toch
is Ab niet altijd één van de gemakkelijkste mensen. Met name de mensen die hij
het beste kent, krijgen soms ongezouten zijn mening te horen. En dat is soms
best een beetje moeilijk. Ina de Haas-Koomen: ,,Wij hebben wel eens gedacht:
'Ab, wij zijn er ook nog hoor'. Voor ons was hij hard, maar voor heel veel
dorpsgenoten goedig. Als hij gezelligheid voelde, was Ab uitstekend te pas.''
Toch doet Cor's vrouw Annie jarenlang de was voor Ab en houdt zij zijn huis
bij. Nadat Annie een beenbreuk krijgt, neemt Ina deze zorg over in de laatste
weken van Ab's leven.
In
die periode worden veel onbesproken zaken tussen hem en Ina ook zonder woorden
gezegd. ,,We uitten onze gevoelens zonder woorden; we keken naar elkaar en het
was goed.'' Ze vervolgt: ,,Ab was een binnenvetter en liet nooit het achterste
van zijn tong zien. Hij kon niet met woorden bedanken. Maar toen onze moeder
geopereerd moest worden vanwege een verzakking en ik voor haar zorgde, ging Ab
op de fiets naar het dorp en kocht voor mij een beeldje als dank. Dat beeldje
koester ik.''
Geen
man om alleen te zijn
Ab
zoekt hartelijkheid en gezelligheid, maar is het ook vanwege een angst om
alleen te zijn? ,,Ik heb dat wel eens vermoed. Hij wist dat hij lastig kon
zijn, maar hij had zoveel goedheid in zich, wat anderen niet weten. Hij bracht
groenten uit zijn tuin langs bij mensen die dat konden gebruiken. Ook bossen
bloemen gaf hij zomaar weg. Dat was Ab. Toch bleef die angst voor de
eenzaamheid, maar uiteindelijk was hij niet alleen.'' Theo vult aan: ,,Ab was
geen eenzame man. Hij was geen man om alleen te zijn; hij had mensen nodig.
Daarom was iedereen welkom.''
Dat
de kerk bij de uitvaart vol zit, is voor Ina geen verrassing. ,,Hij verdiende
dat. Hij dronk wel eens een borreltje te veel en hij was een echte vrijgezel,
maar Voorhout droeg hem op handen. Hij had een karakter van goedheid. Al was
hij wél een fel klaverjasser, waarbij hij tot in de kleinste uurtjes ging
nakaarten. En toen hij door de politie met een borreltje te veel op werd
opgehouden, negeerde hij het verbod om verder te fietsen. Lopen was niets voor
hem!''
Ina
herinnert zich lachend: ,,Met de kermis heeft hij verkeer staan regelen op de
Nagelbrug; met een borreltje op, en iedereen vond het prima. Ab was een man van
de vaste patronen. Hij ging op tijd eten, had op tijd koffie, maar ging alleen
niet op tijd naar bed. Een paar maanden geleden zijn we met de familiedag bij
elkaar geweest. Dan mis je Ab toch.''
Het
is geen grap, hier rust Ab
Ab
overlijdt op 1 augustus 2017 in zijn appartement in Park Overbosch. Hij heeft
tot het laatst de regie gehad. Niet alleen over zijn eigen leven, maar ook over
zijn uitvaart. Alleen de regels op zijn grafsteen, daarover heeft Ab geen
zeggenschap gehad. Maar de tekst die Nico Meeuwenoord en Cor Koomen bedacht
hebben, zal zeker Ab's goedkeuring hebben gehad: ‘Het is geen grap, hier rust
Ab’.
Nico
verklaart: ,,Ab maakte overal een geintje van. Toen hij wist, dat hij
darmkanker had, vertelde Ab dat hij een inbreker in zijn lichaam had. En nadat
duidelijk was dat hij binnenkort dood zou gaan, grapte hij: ,,Ik ga weer
verhuizen; van boven de grond naar onder de grond.'' Dat graf zal ook de
komende jaren goed onderhouden blijven. Nico: ,,Ab heeft me gevraagd of ik voor
zijn graf wil zorgen. Dat doe ik. Elke week plaats ik daar bloemen.''
Veel
mensen missen Ab nog altijd. Cor: ,,Ab was eigenlijk een soort dorpsfiguur. Hij
kende iedereen en iedereen kende Ab. Je hoefde geeneens zijn achternaam te
noemen. Ab was Ab.''