Hoe is het toch met…?
Haar wieg stond in Leidschendam en ze groeide op in Voorburg. Na haar studies Lichamelijke Opvoeding en Fysiotherapie trouwde ze in 1965 en verhuisde ze in 1976 naar Noordwijk. Met dank aan de Olympische Spelen; haar man was sportjournalist en was in de weekenden en zomers vaak van huis. Tijdens de Olympische Spelen van 1972 bracht Visser haar tijd met haar twee kinderen door in een Noordwijks zomerhuisje. Door de aanslagen in München, keerde haar man eerder terug van zijn werk en Noordwijk beviel hen zo goed dat ze besloten te verhuizen.
Van 1976 tot 2004 was Visser Noordwijkse en in die tijd heeft ze volop geproefd van de lokale politiek. Als lid van de Rooie Vrouwen zette ze samen met een dozijn gelijkgestemde dames het Vrouwencafé op. ‘We hebben met eigen handen de bar gemetseld’, denkt Visser glunderend terug. ‘Voor ons was Amsterdam het Mekka van het feminisme en we liepen voorop in het roepen dat de rollen ook in Noordwijk anders verdeeld moesten worden. Daar liep het dorp echter niet warm voor.’ Ze lacht als ze zegt: ‘We keken in het begin heel erg tegen elkaar op, want we dachten dat de anderen het thuis heel goed geregeld hadden met de verdeling van het huishouden. Maar dat bleek tegen te vallen; we zaten zelf ook vast in de rollenpatronen.’
Wat voor soort feminist was Visser? ‘Ik was op een forum, waar mij werd gezegd: “U gaat met uw onderdrukker naar bed!” Mijn antwoord: “Ja en dat vind ik heerlijk!”. Ik was dus niet hardcore feministe, maar was wel bezig om gelijke behandeling te krijgen voor vrouwen waar het ging om de verdeling van banen en functies. De Rooie Vrouwen hebben een steentje bijgedragen aan de feminisering van de vrouw en Visser merkt dat met name bij haar eigen dochter. ‘Als zij ergens op solliciteert, weet ze dat ze op haar waarde beoordeeld wordt. Wij moesten ons mooi maken en lief zijn tegenover de man die besliste of je een baan kon krijgen.’
Voor de PvdA zat Visser anderhalf jaar in de gemeenteraad. Waar andere politici elkaars uitspraken in andere zinsconstructies herhaalden, was Visser wars van dit soort zaken. ‘Dat was flauwekul. Ik sprak wel als ik wat te melden had.’ De politiek was voor haar geen onverdeeld plezier. ‘Ik vond het niet leuk om tegen dingen aan te schoppen, maar wilde juist zaken bereiken. Na anderhalf jaar had ik het gevoel ontzettend weinig bereikt te hebben: een opgespoten ijsbaantje aan de boulevard, een bankje tegenover Groot Hoogwaak en een konijnenberg bij het Rederijkersplein.’ Ze concludeert: ‘Een fatsoenlijke buitenparlementaire actie zet veel meer zoden aan de dijk; Greenpeace bereikt meer omdat ze niet in de politiek zitten.’
In de jaren ’80 stapte ze over naar Noordwijks Belang, waar ze meer dan tien jaar voorzitter van was. En als eerst opvolgende noodgedwongen nog eens voor een periode van tweeënhalf jaar in de raad diende te zitten. Tegenwoordig is Visser nog altijd op veel vlakken actief, waar ze zoveel mogelijk vrouwen probeert te helpen. Het afgelopen jaar was ze taalcoach voor de Marokkaanse Fatima: ‘In de vier uur per week dat we samen zijn, leer ik heel veel van haar. Onder meer over het omgaan met het geloof en het onderdeel zijn van onze cultuur.’
Momenteel coacht ze andere mensen over problemen op hun werk, maar ook is ze sinds 2002 lid van de serviceclub voor werkende vrouwen ‘Zonta aan de Leede’, die geld inzamelt voor vrouwen en kinderen in achterstandssituaties. ‘Vorige maand organiseerden we met twintig vrouwen een “Midnight Walk” in Leiden. Langs een parcours van vier kilometer waren meerdere optredens en er waren 1.000 deelnemers. De opbrengst, 10.000 euro, gaat naar de theepluksters op Java; zij krijgen hiermee onderwijs, gezondheidszorg en microkredieten.’
Waarom heeft Visser zich altijd op vrouwenzaken gericht? ‘Die mannen kunnen wel voor zichzelf zorgen; wij vrouwen hadden heel wat in te halen. Bovendien waren wij aan de winnende hand, want wij pakten de mannen allerlei dingen af. En het was heel fijn om dat te kunnen bereiken. Als je namelijk geen positief vrouwenbeleid hebt, gebeurt er niets.’ Tegenwoordig LAT ze met haar huidige partner Cor de Groot, oud CDA-politicus en het gescheiden wonen bevalt beiden uitstekend. Visser besluit: ‘Vanaf dat ik gescheiden ben, wilde ik niet meer samenwonen met een man. Ik wilde mijn eigen vrijheid en zwoer dat ik nooit meer een overhemd voor een kerel zou strijken.’ Ze lacht: ‘Dat is wél gelukt.’