“Iedereen kan glas-in-lood maken”
Door Joep Derksen
In het atelier van Wijnberg, gelegen achter zijn huis, hangt een rond glazen portretje. Wie goed kijkt, ziet in de kleurensamenstelling een vrouwenfiguur. De glazenier wijst ernaar en zegt: “Dat is mijn beschermengeltje: die kwam ik toevallig tegen en ze hangt al vijf jaar in mijn atelier. Als ik naar haar kijk, heb ik iedere keer het gevoel: ‘Alles is OK’.”
In Wijnberg’s jongere jaren liep zijn leven niet perfect, zo laat hij weten. “Ik ben geboren in Haarlem en heb de eerste 15 jaar van mijn leven gewoond in Heemstede, daarna in Bergen, Noord-Holland. In 1973 ben ik naar de Grafische School in Haarlem gegaan en ben vier jaar later afgestudeerd. Ik heb werk gezocht in de grafische sector, maar de verschillende baantjes vielen me tegen. Wel was ik onder meer fotozetter en opmaker bij de plaatselijke krant De Duinstreek, maar deze krant ging failliet. Ook de doorstart was niet succesvol. In mijn nieuwe baan was ik grafisch calculator en moest ik de hele dag bij drie rokers op één kantoor zitten. Ik raakte een tijdje in de ziektewet en heb me in de periode 1979 – 1983 veel beziggehouden met muziek. Met verschillende combinaties van vrienden startte ik een aantal bands op, zoals de experimentele band New Zost en de rockband Wild Special. Ik speelde gitaar en toetsen. Het meest succesvol was nog het folkduo New Folk, dat om de week optredens verzorgde.”
Teleurgesteld
Hij vervolgt: “In 1983 was ik een beetje klaar met de muziek, want afspraken die ik maakte met mijn vrienden werden niet nagekomen. Als je veel op je vrienden vertrouwt, kan je teleurgesteld worden. Ik ben vervolgens radicaal gestopt en heb jarenlang, eigenlijk tot de dag van vandaag, geen gitaar meer aangeraakt.” Wijnberg verviel in zwaarmoedig denken: “Alles wat ik deed, leek op een mislukking uit te draaien en ik heb psychische hulp gehad. Ik ben op de rails gezet om mensen weer te leren vertrouwen, zodat ik in de maatschappij weer dingen kon ondernemen.”
Een doorbraak in Wijnberg’s leven kwam in 1985. “Een vriend had een winkeltje in glas-in-lood en hij vroeg me of ik hem wilde helpen. Ik was er twee dagen en toen wist ik: ‘Dit is het!’ Werken met glas-in-lood vond ik geweldig: je maakt allerlei creaties en het glas is heel fascinerend. Je ziet het resultaat onder je handen groeien en dat resultaat is altijd mooier dan verwacht. Dat geeft een enorme kick.” In al die jaren heeft Wijnberg natuurlijk heel veel glas-in-lood creaties gemaakt, maar het is niet zo dat zijn huis vol hangt. “Dat kan niet, anders zou het teveel worden. Bovendien richt ik me al jaren op het geven van cursussen en workshops: ik help nu vooral de cursisten om hun eigen glas-in-lood werken te maken.”
Escher
Dat wil overigens niet zeggen, dat Wijnberg helemaal niet meer eigen werken produceert. Integendeel: “Ik ben helemaal weg van Escher-motieven en ben ook de enige die probeert om het Escher-werk geschikt te maken voor het glas-in-lood. Dus maak ik voor mezelf een Escher-collectie omdat zijn werk me inspireert. Momenteel ben ik bezig met het maken van een Escher-glas-in-lood-raam en daar ben ik nog wel een jaar zoet mee. Het is bijna absurd om dit voor elkaar te krijgen, maar terwijl ik bezig ben, ben ik ook weer op zoek naar meer mogelijkheden om van Escher’s werk glas-in-lood stukken te maken.”
Glas-in-lood is vooral bekend van de ramen in de kerken. Hoe ontstaan de kleuren en de kleurwisselingen in het glas? “Inderdaad heeft de Rooms-katholieke Kerk de basis van het glas-in-lood gelegd: daar is het hele proces ontwikkeld. Alle glas-in-lood werken tussen 1300 en 1800 waren voor de kerk. Vervolgens krijg je in circa 1850 de Victoriaanse tijd en besluit de heer Tiffany om het hele glas-in-lood systeem te vernieuwen. Hij had vrouwen voor zich aan het werk en kwam in aanraking met de wetgevende macht. Hem werd verteld dat die vrouwen geen glas-in-lood mochten maken. Zijn antwoord? ‘Ze maken geen glas-in-lood, maar ze maken Tiffany.’ Toen mocht het opeens wel.”
Kleuren
Over de procedure van het maken van glas-in-lood: “Het basismateriaal is zand en daaraan worden hulpstoffen zoals metaaloxide toegevoegd. Die metaaloxides worden in verschillende ovens opgewarmd en zij zorgen voor de kleuren. Nadat deze uit de ovens komen, worden ze gezamenlijk onder een wals geplaatst en ontstaat er op het glas een combinatie van kleuren. Wijnberg wijst naar een willekeurige glas-in-lood creatie: “Dit is puur natuur. Al zou je het duizend keer met de hand proberen, het lukt nooit om precies hetzelfde werk in exact dezelfde kleurencombinaties en –patronen te realiseren.”