Marion van Roon en Iwan Osseweijer zijn nieuwe pastoraal werkers
STREEK – Onlangs zijn Marion van Roon en Iwan Osseweijer, pastoraal werkers, kerkelijk uitgezonden tot medewerking in het pastoraat. Osseweijer (29) zet zich in voor de Samenwerkende parochies te Lisse, Hillegom en De Zilk en Van Roon (52) is werkzaam voor de Stichting Mariënstaete, locaties WWZ te Oegstgeest en Woonzorgcentrum Berkhout te Lisse. Zaterdag 14 februari vond een viering uit dankbaarheid plaats in de kathedrale kerk HH Laurentius en Elisabeth in Rotterdam. De hoogste tijd dus voor een nadere kennismaking.
Door Joep Derksen
Beiden zijn een lange weg gegaan voor ze hebben kunnen komen waar ze nu zijn. Osseweijer begon tien jaar geleden met een priesteropleiding. Hij ontmoette een vrouw en stond voor een bepalende keuze in zijn leven. “Een vriendin is moeilijk te combineren met een priesteropleiding, in verband met het celibaat. Ik ben van de priesteropleiding gegaan en heb acht jaar gestudeerd aan de Hogeschool voor Theologie en Levensbeschouwing. Daarnaast heb ik een drie jaar lang een vormingstraject gevolgd om je te bezinnen en het bisdom te verkennen. Na de goedkeuring van de bisschop werd ik pastoraal werker en de afgelopen weken ben ik gepresenteerd in de parochiekerken van Hillegom, Lisse en De Zilk.”
Van Roon: “Ik ben altijd bij de kerk betrokken gebleven en nadat de kinderen groot werden, wilde ik verder studeren. Na een jaar studie over het humanisme ben ik naar de Katholieke Theologische Universiteit in Utrecht gegaan. Daar ben ik afgestudeerd. Waarom ik deze kant op ben gegaan? Voor veel mensen, zelfs als het wildvreemden zijn, ben ik een gemakkelijk te benaderen figuur. Ik ben theologe en werk als geestelijk verzorger. Ik ben er voor mensen met zingevingvragen, maar ook ga ik voor in woord- en communievieringen.”
Eenzaamheid
Ze vervolgt: “Het valt me op dat er heel veel eenzaamheid is. Mensen in woonzorgcentra snakken naar menselijk contact en ik help door er voor hen te zijn en met hen te praten. Soms zijn dat heel mooie en diepzinnige gesprekken, maar andere keren praten we alleen over koetjes en kalfjes. Waar het gesprek over gaat, doet er in feite niet toe. Het gaat erom dat er aandacht wordt gegeven.”
Osseweijer vertelt, zittend in de pastorie, over zijn activiteiten de komende jaren: “Ik houd me bezig met de catechese voor jongeren en volwassenen, en het jongerenparochiaat. Daarnaast zet ik me in voor de kerkopbouw, die zich toespitst op de clustervorming: dat wordt nog een heidens karwei voor ons Katholieken. Ik ben de eerste in dit partorale team die clusterbreed werkt. Zo deden de jongeren in de verschillende gemeenten nooit eens wat met elkaar op het catechesegebied. Veel parochianen vragen zich bezorgd af: “Waar blijft onze eigen identiteit”. Wij willen dat iedereen de eigen identiteit houdt en dat we daarnaast de krachten bundelen. Hoe dat moet gebeuren, dat weet op dit moment alleen God.” Op dat moment wordt zijn aandacht afgeleid door een aangeschakelde lamp in de St. Jozefkerk en hij grapt: “Ik zie licht branden in de kerk. Jezus is al thuis!”
Nieuwe paden
Van Roon betreedt nieuwe paden, dat weet ze zelf als geen ander: “In mijn jeugd konden meisjes nog niet eens misdienaar worden en voor vrouwen is het al een stap voorwaarts dat wij pastoraal werker kunnen worden. De kerk bestaat 2.000 jaar en als je deze twee dingen met elkaar vergelijkt, is de positie van de vrouw heel erg verbeterd.” Hoe vervult Van Roon haar functie? “Vrouwen laten eerder hun zachte kant zien en tonen kwetsbaarheid. Priesters tonen eerder gezag. Ik sta lager in rang en ben meer benaderbaar. Soms gaat het wel even ver en zegt iemand tegen me: “Joh meid, moet je horen”. Dan denk ik: het mag wat minder joviaal. Je krijgt niet automatisch het respect wat een priester krijgt, maar dat is ook niet erg. Respect moet je verdienen, dat krijg je niet automatisch.”
Over zichzelf: “Ik kreeg tijdens de keurig verzorgde mooie woorddienst te horen dat ik een mensenmens ben en dat klopt. God dienen is mensen dienen en mensen dienen is God dienen. Dat is heel simpel. Geloven is een werkwoord en je kunt het ook verliezen. Laten we op z’n minst in elkaar blijven geloven. Ik geloof in God. Ga op zoek naar de ander en de ander vindt zich terug in jou. Ik kan geen wonderen verrichten, maar God is mijn inspiratiebron.”
Samenwerken
Osseweijer laat over zijn doelstellingen weten: “Als we formeel één parochie zijn gaan we samenwerken en meer samen doen. Hoe we dit gaan kneden en vormgeven, daarover gaan we in gesprek met werkgroepen. We moeten de Geest laten waaien en kijken hoe we samen de parochie vorm laten krijgen.” Over het leven: “Met alleen analyse kom je er niet, want de Geest verlicht ons hart. Terwijl ik indertijd aan het wikken en wegen was over mijn keuze, zei de priester: “Als Hij je hebben moet, pakt Hij je toch wel”. Wat ik ook wil zeggen is: veel mensen zien het over de kerk heel zwart in. Natuurlijk worden er kerken gesloopt en zijn er minder priesters, maar als je het vergelijkt met sommige periodes in de afgelopen twee millennia, zijn we er nog niet zo beroerd aan toe. De clustervorming is een herstart en de kerk anticipeert op de huidige tijd. Deze tijd vraagt wat anders van de kerk, maar ook van de parochianen zelf.”