“Als er geen wind is voor de molen, moet de molen naar de wind toe”
Voorhout – In de Elsgeesterpolder staat de molen ‘Hoop Doet Leven’, die onder meer bekend is van een door Claude Monet geschilderd werk uit 1886. Het op de molenbaard geschilderde jaartal van 1783, doet vermoeden dat deze poldermolen al meer dan twee eeuwen langs de Trekvaart staat, maar niets is minder waar. In 1999 is de ‘Hoop Doet Leven’ uit de Rijnsburgse grond getakeld en overgeheveld naar Voorhout. Wanneer molenaar Kees Hoogeveen aanwezig is, gaan de wieken als vanouds in het rond.
De industriële bebouwing van Rijnsburg rukte in de loop der jaren op richting de molen en op een gegeven moment werd bloemenveiling Flora eigenaar van het gebied waar de molen op stond. “Ze hebben me lekker mijn eigen ding laten doen en nog altijd denk ik met plezier terug aan het feest dat ze voor mijn 12½-jarig molenaarschap gaven”, blikt Waltman terug. “Maar in de jaren negentig dreigde de molen een tuinkabouter te worden tussen de struiken en huizen die alsmaar dichterbij kwamen.”
Elektrisch
In 1783 is de molen gebouwd aan het toengeheten Rijnsburgervliet, het huidige Oegstgeestkanaal, met als doel de polderkamphuizen te bemalen om het water in de polder op peil te houden. Dit water moet namelijk een halve meter lager liggen dan het buitenwater. Tot 1930 draaide deze molen volledig op windkracht, maar daarna werd het schoepenrad volledig elektrisch bediend. Waltman: “Eerst zag ik de elektrische motor als vreemde eend in de molen, maar nu besef ik dat hij de molen eigenlijk gered heeft. Zonder deze motor was de molen waarschijnlijk allang verdwenen, zoals zo veel molens die hebben plaatsgemaakt voor grijze hokjes met een elektrisch motortje erin. Tussen 1920 en 1935 is in Nederland driekwart van de molens gesloopt, maar sinds 1961 vallen alle molens onder de monumentenwet.
In de tweede wereldoorlog werd de molen ook gebruikt als seinpaal. Wanneer de wieken in een bepaalde stand stonden, wist een aantal mensen dat er een varken geslacht was en dat er vlees te halen viel. Het einde van de molen leek gedurende deze oorlog nabij, want de houten molenwieken verdwenen in de haard van menige boerenhoeve. Aangezien er problemen met de elektriciteit dreigden, kwam de wens boven om de wieken weer op de molen te plaatsen en de boeren in de polder, Ingelanden geheten, beloofden de toenmalige molenmaker De Gelder uit Oegstgeest aardappelen en bruine bonen in ruil voor het beschikbaar stellen van hout.” Waltman is even stil en zegt: “Ik heb me laten vertellen dat het nog altijd twijfelachtig is of die boeren ooit betaald hebben.”
Er zijn maar een paar poldermolens met een echte volksnaam en de ‘Hoop Doet Leven’ behoort dus tot deze categorie. “Hij zou eigenlijk kamphuizermolen moeten heten, maar deze naam is er naar ik aanneem in 1783 opgeschilderd. Ik ga ervan uit dat de hoop wordt uitgesproken dat de molen het water van de polder op peil doet houden”, zo verklaart de molenaar de naam.
Verval
Dankzij de 16 jaar dat Waltman de ‘Hoop Doet Leven’ heeft onderhouden is de molen van de ondergang gered, dat beseft hij zichzelf ook: “De molen was een rijksmonument en werd wel onderhouden, maar de wiekenas en wieken waren in een matige staat van onderhoud. Bij een nog langere stilstand was de molen nog veel erger in verval geraakt en als zo’n ding in verval komt, is het eigenlijk al te laat.”
Hij ziet ook nog een ander gevaar opdoemen: “Deze locatie in de Elsgeesterpolder is een van de weinige gebieden die voorlopig nog zo blijft. Molens in heel Nederland komen in het gedrang, want de vraag is waar je met ze naar toe moet. Ik heb mijn bedenkingen over deze ontwikkelingen. Bij de discussie over het verplaatsen van de ‘Hoop Doet Leven’ naar Voorhout, ben ik altijd voorstander geweest. Mijn motto was: ‘Als er geen wind is voor de molen, dan moet de molen naar de wind toe’.
Maar tegenwoordig worden meer molens bedreigd door projectontwikkelaars met bouwplannen. Die draaien hun arm niet om voor het investeren van een miljoentje extra om een molen te verplaatsen. Bovendien zijn dit soort organisaties ook slim om zaken op een bepaalde manier af te handelen. Zo heeft de notariële overdracht van de ‘Hoop Doet Leven’ van de veiling Flora aan de Rijnlandse Molenstichting pas plaatsgevonden op het moment dat de molen een halve meter boven de grond hing. Op dat moment was de molen namelijk roerend goed en dat valt onder een ander belastingtarief.”
Verhuisbedrijf
De gewenste verplaatsingen van molens zijn een gevaar voor de Rijnlandse Molenstichting, die onlangs ook al een molen heeft verhuisd van Leiderdorp naar Kouderkerk. Die voorzitter verzuchtte onlangs: ‘We zijn meer een verhuisbedrijf van molens geworden, dan stichting die de molens kan beschermen.’ Van belang is, dat er een molenbeschermingszone wordt vastgelegd. Zeker hier, want de molen staat hier prachtig en je moet geen flats op 60 meter afstand bouwen, als dat 600 meter verderop ook kan. Mijn hartenwens is dat deze molen en haar omgeving tot in lengte van jaren kan blijven zoals het nu is!”
De molenaar is blij dat de molen nog altijd meer is dan een symbool uit het verleden. De molen draait, volledig handmatig, helemaal om zijn as en bemaalt de Elsgeesterpolder. Nog altijd kan het hoogheemraadschap een beroep doen op de ‘Hoop doet leven’ bij hoog water. Zo heeft deze grote liefde van mij toch nog een functie als werktuig.” Dat de ‘Hoop Doet Leven’ ook zijn leven geraakt heeft is duidelijk, want in zijn vrije uren heeft Waltman dezelfde molen nagemaakt in een schaal van 1:8. “Zo heeft mijn dochter Willemijn ook haar eigen molen ‘Hoop doet leven’ en ze speelt er regelmatig in.”
Op 12 mei wordt de Nationale Molen- en Gemalendag gehouden. Ook de ‘Hoop Doet Leven’ is dan toegankelijk voor publiek. Voor meer informatie: