,,Willekeur bij gemeente Kaag en Braassem’’
KAAG EN BRAASSEM – Het gemeentebestuur van Kaag en Braassem meet met twee maten. Dat stelt vastgoedondernemer John van der Peijl. Zijn woorden worden bevestigd door gemeenteraadslid Thijs Mooren (CDA). ,,Ik zie bij het college een patroon van willekeur. Je moet niet als college dingen verzinnen om initiatieven wel of niet door te laten gaan.’’
De vastgoedondernemer is
de eerste, die zal toegeven dat hij niet altijd de makkelijkste persoon is.
Maar initiatieven moeten
allemaal op dezelfde manier beoordeeld worden, ongeacht de persoon die deze
indient, zo vindt Van der Peijl. ,,Vorig jaar diende ik een aanvraag in voor
het bouwen van woningen op de Kruisweg 2 en 4 in Woubrugge, maar dat mocht
niet. De nieuwe eigenaren echter, kregen die toestemming wel.’’ Hij hoort
dezelfde verhalen van andere vastgoedondernemers, maar die durven hun mond niet
open te trekken, zo geeft Van der Peijl aan, ,,omdat ze bang zijn dat ze daarna
nooit meer iets voor elkaar kunnen krijgen in Kaag en Braassem’’. Van der
Peijl vervolgt: ,,Voor de Achterweg 4 in Nieuwe
Wetering heb ik een principeverzoek ingediend voor de nieuwbouw van twee
woningen en dat is afgewezen. Maar de huidige eigenaar vraagt op zelfde adres
een vergunning aan voor nieuwbouw en twee woningen en hiervoor wordt wél de
vergunning afgegeven.’’
Ook zijn zoon is volgens Van der
Peijl slachtoffer van willekeursbeleid van de gemeente. ,,Hij heeft een ark aan
de Vriezekoop 59 W in Leimuiden, moest weg van de gemeente en vroeg om de ark te
verplaatsen naar een plek 500 meter verderop. Dat mocht niet van de gemeente,
maar zijn buurman, die 80 meter verder een ark had, kreeg die toestemming
wel.’’
Mooren
herkent deze verhalen. Hij somt op: ,,Aan Zuideinde 97 in Roelofarendsveen
mochten er geen twee woningen komen in plaats van een oud gebouw. Bij de
omliggende panden mocht het wel. Ook een plan om een oude boerderij aan de
Kerkweg 1 in Hoogmade te slopen, mocht van het college niet omdat dit deels
buiten de BSD (bestaand stad- en dorpsgebied, red.) valt. Toch mocht een plan
om een voormalige graanschuur aan de Herenweg 130 in Rijnsaterwoude te slopen
wél doorgaan. Terwijl dit ook buiten de BSD lag.’’
Mooren:
,,Ik zie bij het college een patroon van willekeur. Je moet je houden aan het
beleid, dat we hebben afgesproken. Je moet als college geen dingen verzinnen om
initiatieven niet door te laten gaan. Maar elke keer verzinnen ze wat anders.
Bewoners moeten duidelijkheid krijgen van de gemeente. Aan de Leidseweg 2 geeft
het college wél toestemming om een boerderij te slopen; waarom zeg je bij de
Kerkstraat 1 dan nee? Ik hoor die goede argumenten niet hiervoor. Het college
komt elke keer met een andere verklaring.’’
Hein de
Jong is ook ervaringsdeskundige. Hij had een principeverzoek ingediend om zijn
woning aan de Zuidweg 17 te verbouwen, zodat hij er op latere leeftijd
‘toekomstbestendig’ in kan wonen. Het gemeentebestuur zei nee, maar De Jong
kreeg gelijk van de bezwaarschriftencommissie. Hierop weigerde het college
opnieuw de toestemming, zonder hiervoor een reden aan te geven. De Jong: ,, Ik
heb een heleboel kosten gemaakt, want de fundering ligt er al; het is
weggegooid geld. In de gemeentelijke organisatie zegt iemand ‘Nee’ tegen een
plan en omdat ze in die ambtelijke organisatie elkaar niet willen afvallen,
zegt de volgende ook nee.’’
De gemeenteraad moet
ingrijpen, zo stellen allen. De Jong: ,,Deze raad controleert te weinig en
loopt achter het college aan.’’ Mooren: ,,Elke keer komt het college weer met
andere redenen om ja of nee te zeggen. Ik wind me hierover
op. Mijn gevoel voor rechtvaardigheid komt in het gedrang. Als je maar de goede
ingangen hebt bij de gemeente, kom je er wel. Dat is nu zo en het hoort niet.
Elk plan moet vooraf op dezelfde kaders beoordeeld worden. Ik strijd tegen die
willekeur.’’
Het gemeentebestuur van Kaag en Braassem is om een
reactie gevraagd en om per geval aan te geven, waarom over de genoemde adressen
en gevallen wél conform het adagium ‘eerlijk en rechtvaardig’ besloten is. Via
een woordvoerder laat het college van burgemeester en wethouders echter weten:
,,Gelijke monniken, gelijke kappen is het
adagium wat het college aanhangt en naar werkt. Binnen de ruimtelijke ordening zijn er vele
(wettelijk opgelegde) regels en beleidslijnen vanuit diverse instanties waaraan
getoetst en/of voldaan moet worden. Wat dat betreft hebben we het er hier
binnen Nederland niet makkelijk op gemaakt. Bij elk initiatief geven we de
afwegingen die hebben geleid tot de besluitvorming open en transparant aan. Het
staat iedereen vrij om het college hierop te controleren. Wij gaan elk open
gesprek over willekeurig welk dossier, met initiatiefnemers of raadsleden,
nooit uit de weg.’’